Camperlife.eu Theo en Corrie Keek

31mei/190

Naar Nederland

Onderweg naar Nederland: Bij Badajoz passeren we de Portugees-Spaanse grens. Ons doel is Embalse (stuwmeer) de Santa Teresa, 35 km ten zuiden van Salamanca. Het begint alweer warm te worden maar we zijn mooi op tijd op de plaats van bestemming: 13.30 uur. We realiseren ons echter dat het in Spanje een uur later is dan in Portugal. We zetten onze horloges een uur vooruit.

Als we het mooie plekje opdraaien horen we een bekend geluid: de stuurbekrachtiging maakt lawaai. En ja hoor, oliereservoir leeg. We nemen contact op met SOS International. Na 2,5 uur staat de hulpdienst voor de deur. We kunnen meteen de Spaanse taal weer oefenen want meneer spreekt alleen Spaans. Hij heeft het euvel snel gevonden. Het afdichtingsringetje van de, in het Marokkaanse Oujda gemonteerde, slangkoppeling lekt. Señor draait de koppeling wat aan, vult olie bij zodat we naar de Fiat-garage in Salamanca kunnen rijden en vraagt of hij een afspraak voor morgen (vrijdag) zal maken. Theo zegt doodleuk: nee, doe maar voor maandag want we hebben hier een leuk plekje.

Vanmorgen: even controleren of er nog olie heeft gelekt nu we niet hebben gereden. Nee dus, maar ….. nu hebben we waterlekkage! Het blijkt dat de slanghaspel vanuit de watertank water naar buiten terug hevelt. Gelukkig, geen nattigheid binnen. Het einde van de slang ophoog gezet: “probleem” verholpen – slanghaspel moet natuurlijk wel vervangen worden.

We maken van de gelegenheid gebruik om de omgeving te voet te verkennen. Het kan weer. Omdat we op zo’n 900 meter hoogte op de Spaanse Hoogvlakte zitten, is de hitte van 30 graden en meer van de afgelopen dagen voorbij en kunnen we er bij een aangename temperatuur van 22-23 graden en een zonnetje heerlijk op uit.
De Guardia Civil komt langs: hoewel het hier geen officiële camperplaats is worden we goedgekeurd. Kort daarop komt er met luid getoeter een bestelwagentje aanrijden. Het is de panadero. Behalve brood verkoopt hij ook koeken, empanadas (hartige taarten) en hornazos. Een beetje laat voor een paastaart maar brood en koek is altijd welkom. Alles horno de leña – uit de houtoven.

Na het weekend vertrekken we richting Salamanca naar de garage. Daar aangekomen weet men van geen afspraak. Er is pas over drie dagen tijd! We krijgen het adres van de Fiat-garage in Valladolid. Onderweg stoppen we om koffie te drinken. Theo constateert dat het weliswaar wat vochtig is onder het motorblok maar aan het oliereservoir is niet te zien dat er olie weggelekt is. Blijkbaar heeft de señor van de hulpdienst het afdichtingsringetje van de slangkoppeling net genoeg aan kunnen draaien zodat verdere lekkage miniem is. Theo reageert laconiek: dan halen we Nederland wel. Hij heeft geen zin meer om “hoeveel garages nog” af te rijden. Tja, hij is degene die voor krachtpatser moet spelen als het oliereservoir weer leeg is gedruppeld. Bij de volgende tankbeurt voor de zekerheid nog maar een litertje olie kopen om zo nodig op tijd bij te kunnen vullen.

We slapen in Ampudia, een leuk dorpje met typische huizenbouw. De eerste etage van elk huis steekt zonder uitzondering minstens drie meter over ten opzichte van de begane grond. Het overstekende gedeelte wordt gestut door houten palen waar de houtworm in zit. Handige manier van bouwen; we hebben namelijk al eens gehoord dat er belasting moet worden betaald over het bebouwde grondoppervlak. In het dorp: een prachtig kasteel en meerdere musea en kerken. In de omgeving is het heerlijk wandelen.

Helaas, we moeten verder naar het noorden. Hoewel we het rustig aan doen is de tijd niet onbeperkt: in Nederland wachten de afspraken. Voorlopig genieten we nog van het mooie weer dat er in Nederland wat anders uitziet: koud (10 graden) met hagelbuien en windstoten terwijl wij in de korte broek lopen. Hopelijk is het over 2,5 week ook in Nederland beter weer.

Logroño is de laatste overnachtingsplaats in Spanje. We staan bij het Embalse de La Grajera. We lopen een eindje langs het stuwmeer en eten een ijsje bij het aan het meer gelegen paviljoen.
Na een bezoek aan de Lidl zoeken we een boekhandel. Sigrid heeft ons gevraagd een Spaanstalig boek van de auteur Carlos Ruiz Zafón mee te brengen.
Daarna moeten we zien de Pyreneeën over te komen. En ….. we hebben het weer voor elkaar. Ten noorden van Pamplona kiezen we voor de N135, een rode weg op de kaart. Voor we het weten zitten we echter op een toeristische route, een geelgroene weg richting het noorden. Hoewel het voor geen meter opschiet is het een prachtige route; een éénbaansweg hoog over de Pyreneeën met veel haarspeldbochten. We genieten! En Theo maar draaien aan het stuur. Hoe zou het met het oliepeil van de stuurbekrachtiging zijn? Nou ja, dat merk je gauw genoeg – gewoon doorsturen dus!

Bij Roncesvalles zijn we terug bij de N135; kort daarop passeren we de Spaans-Franse grens. Aan het eind van de middag komen we aan in het Franse Labastide d’Armagnac, één des plus beaux villages de France en bekend van de armagnac, de oudste soort cognac. Het is een bewuste keuze omdat de uit 1291 daterende bastide (vestingstad), zoals we al eens hebben ontdekt, een mooie camperplaats heeft. Na drie dagen rijden willen we graag weer een aantal dagen rust in de tent.
We zijn de Pyreneeën over en het oliepeil in het reservoir van de stuurbekrachtiging is, oh wonder, niet zichtbaar gedaald!

We gaan naar een camping in St.Jean d’Angély om de was te doen. Als we 9.15 uur aankomen zegt de dame van de receptie dat we tot 10.30 uur buiten de poort moeten wachten omdat er nog campinggasten liggen te slapen. Zoiets raars hebben we nog nooit meegemaakt! Aan de kant van de weg worden we aangesproken door een meneer die zegt dat we er niet mogen staan en naar de camping moeten. Ja, haha, alsof we dat niet wisten! De bemoeial gaat zelfs bij de receptie van de camping vragen of ons verhaal klopt. Intussen zien we wél campinggasten vertrekken – dat mag blijkbaar wel.
Vervolgens wordt op de camping de Acsi-kortingkaart van 2018 niet geaccepteerd. Ondanks dat we pasjes kunnen laten zien van bijna tien jaar om aan te tonen dat we écht lid zijn en uitleg geven dat we na overwintering op de terugweg naar Nederland zijn waar de kaart van 2019 ligt, willen ze de kaart zien en krijgen we de korting niet. Ook dit hebben we nooit eerder meegemaakt. Hoezo, alleen Nederland een land vol regeltjes en wetjes.
Dan: de tweede wasmachine werkt niet, de stroompaal is afgesloten en in het gemengd sanitair gebouw zijn de urinoirs, heel onsmakelijk, midden in de doorloop geplaatst. Het is dat we de was moeten doen; hier komen we nóóit terug.

We rijden naar Asnierès-en-Poitou waar Ben woont. Lucky komt ons al blaffend het eerst begroeten en springt blij tegen ons op. Ben komt aanrijden op de motormaaier. Het is gezellig om, nadat we elkaar in Marokko gedag hebben gezegd, weer bij te kletsen. We maken een mooie wandeling door de omgeving en natuurlijk staat er een ritje met de buggy op het programma. Ben heeft een andere buggy gekocht en die moet zeker weten uitgetest worden. De rit is niet te vergelijken met een rit in Marokko. We crossen door de bossen, rijden ons vast in de struiken en komen tot drie keer toe voor een versperring te staan. Dat is juist zo gaaf met een buggy-rit: je weet nooit waar het schip strand. Theo vermaakt zich ook prima als Corrie er met Ben en Lucky op uit is. Hij pakt de motormaaier en maakt het karweitje af waaraan Ben was begonnen.
Na een paar dagen nemen we afscheid met een van verschillende buren gekregen doos eieren en een zak walnoten. Ben zullen we over een aantal weken in Nederland weer treffen als hij in juni ook die kant op gaat.

We maken een flinke stap noordwaarts en vinden een leuk plekje aan een meertje met picknicktafels in Le Sap. In het dorp zijn twee kleine marchés, een bakker, drogist en een Chinese toko. Verder is er weinig vertier. Op zaterdag is er markt. Ook al niet spectaculair maar we hebben even wat te doen.

De reis naar het noorden vordert gestaag. In België staan we voor het eerst sinds maanden tweemaal achter elkaar in de file.
Het oliereservoir van de stuurbekrachtiging heeft geen problemen meer gegeven. Het blijft bij een te verwaarlozen olieverlies. We halen Nederland én de APK wel.

Voor we naar Edgar rijden, gaan we naar de camperplaats in Zutphen. We willen nog wat boodschappen doen in Zutphen en er is markt. We zijn nog aan het inparkeren als ….. Gerrit aan komt lopen. De afgelopen winter hebben we af en toe contact gehad; deze ontmoeting is puur toeval. We hebben Gerrit en Coby jaren geleden op de camperplaats in Zutphen leren kennen en treffen hen daar elk jaar wel een keer.
Als de boodschapjes binnen zijn vertrekken we naar Edgar. We hebben elkaar veel te vertellen en het is erg gezellig. Jammer dat Lore nog niet terug is van haar stageperiode in Canada. Ze komt pas volgende week terug. Maar ….. zo kunnen we nog wel een horrorfilm kijken en een keer tonijn eten!
We gaan met z’n drieën bowlen wat we alle drie nog niet verleerd lijken te zijn en drinken een La Trappe dubbel. Bier met? Nee, we zijn de bitterballen vergeten te bestellen.

We reizen af naar Sigrid en Nick. Natuurlijk voor de gebruikelijke saunadag van Sigrid en Corrie. Daarna veel gezelligheid met z’n vieren zoals wandelen, lunchen op een terrasje in de zon en samen couscous maken.
Dan is de maand om en wachten in juni de vele jaarlijkse afspraken.

Gearchiveerd onder: Nieuws Laat een reactie achter
Reacties (0) Trackbacks (0)

Nog geen reacties


Leave a comment

*

Nog geen trackbacks.