Nederland (3)
Het gaat maar door met de vele afspraken. Wat een drukte. Een paar dagen hier, een paar dagen daar. Gezellig en intensief ….. lekker – maar wel een beetje veel van het goede. In zes dagen tijd moeten ??? we driemaal uit eten. Met Bea en Dik gaan we naar het pannenkoekenhuis in Ugchelen en eten als toetje de Ugchelse Berg op: een gigantische “berg” vanilleroomijs met banketbakkersschuim, slagroom en caramelsaus. Met Gerda en Jan gaan we naar boerderijcamping De Kolke in Voorst en eten we bij het 600 meter verderop gelegen Ribhouse. Voor de verjaardag van Corrie gaan we met Edgar en Rosetta uit eten bij de Wijnhuistoren in Zutphen.
Na drie weken met elke dag afspraken staat er vijf dagen geen enkele afspraak in de agenda. Even een kleine rustpauze voor de laatste drie weken in Nederland ingaan met een bijna gevulde agenda.
En rustig is het een paar dagen. We gaan naar het Duitse Geldern en daar is ….. geen gsm-bereik. Hoe is het mogelijk, dit geloof je toch niet – in 2024! Na drie dagen hebben we er genoeg van om niet bereikbaar te zijn, niemand te kúnnen bereiken, het nieuws niet kunnen lezen, de camperapp niet kunnen openen, etc. Wat zijn we afhankelijk geworden van de hedendaagse communicatiemiddelen.
Met het weer blijft het op en af gaan. De ene dag is het zonnig en wordt het tegen de 30°; een volgende dag regent het, slechts een onweersbui of enkele uren druilregen met toch nog rond de 22°. Eergisteren een beste bak regen met een zwembad voor de deur als gevolg. Gisteren de bbq aangestoken, vandaag ….. regen.
Van zo’n “druilmiddag” maken we gebruik om éindelijk het CEWE-fotoboek van ons feestje van 22 juni te maken. Het is een hele klus om de vele foto’s die we van iedereen toegestuurd kregen te selecteren en om er een goede volgorde van te maken. Vervolgens wordt het een puzzel: hoe krijgen we de foto’s in het CEWE-boek. Na enige moeite lukt het zelfs deze “oude sokken”. Het is even werk maar dan hebben we (hopelijk) een mooie herinnering aan een gezellig feestje.
Het woud van gele omleidingsborden blijft ons achtervolgen door heel Nederland. Er gaat geen rit voorbij zonder deze ergernis van kilometers omrijden. Niet meer ergeren dus, het helpt toch niet. Als we naar Bernadette en George in Egmond aan Zee rijden stuiten we zelfs op meerdere omleidingen. De kroon spant de vele kilometers omleiding van Voorst naar Zutphen – helemaal via tot vlak voor Doetinchem.
Het gevecht met de muggen is nog steeds aan de orde. Natuurlijk zijn ze vooral ’s nachts actief. Soms winnen wij en vermoorden we er een paar, soms winnen de muggen. Eén zo’n irritant beestje is al genoeg om je uit de slaap te houden. Voor een ongestoorde nachtrust: lavendel spuiten, daar houden muggen niet van.
We doen met Edgar en Rosetta een High Beer. Het is erg gezellig; vooral Edgar en Roos hebben veel te vertellen – ze zijn gisteren terug gekomen van een vakantie aan het Italiaanse Iseomeer. Tussen de koude en warme hapjes door is het wel erg veel bier maar daarom is het tenslotte High Beer en ….. we nemen er de tijd voor van ’s middags 15.00 uur tot ’s avonds 21.00 uur. Als de bediening aan komt zetten met een ijstoetje dat aan een andere tafel over is, bestellen we er drie toetjes bij – een heerlijke afsluiting.
We slapen bij de firma Klaver in Ermelo. De voorstoelen worden opnieuw bekleed, gedeeltelijk met leer en gedeeltelijk met een stofje. Bij het maken van de afspraak werd rekening gehouden met drie werkdagen. Na twee dagen is de klus geklaard – het resultaat mag er wezen.
We hebben dus “één dag over”, maar er is genoeg te doen.
We gaan nog eens naar Christien en Theo in Amersfoort. Deze keer hopelijk zonder bekeuring van € 309 voor door rood licht rijden. Daarna: Edgar helpen het carportdak slopen zodat er een nieuwe op kan, drie opeenvolgende dagen eetafspraken, de laatste loodjes bij Hanzestadcampers en Corrie naar de kapper.
De laatste week in Nederland breekt aan.
We brengen een bezoekje aan Gerrie. Het is geen vrolijk bezoekje. Gerrie is altijd een sterke vrouw geweest die altijd voor anderen klaar heeft gestaan. Ze is nu 89 jaar en sinds een paar maanden gaat het niet goed met haar. Ze is tijdelijk opgenomen in Residentie Zorghotel Mariëndaal omdat ze na een ziekenhuisopname niet alleen thuis kan zijn. Ze heeft niet meer zo’n zin in het leven; geestelijk is ze prima in orde maar het lichaam wil niet meer. Zullen we haar volgend jaar terug zien?
De laatste afspraak deze zomer is bij Henny en Arno in Bathmen. Ze hebben ons uitgenodigd voor een bbq. Bij het aansteken van de bbq rookt Arno de hele buurt uit……. Het is een gezellige middag en avond – we raken, zoals gewoonlijk, niet uitgepraat. Arno doet Theo nog een adresje voor de kapper aan de hand en dat was hard nodig.
Dit weekend hebben we de verjaardag van Edgar nog tegoed en daarna ….. wegwezen, Nederland uit!!!
Nederland (2)
Na een week mooi weer mogen we mee gaan genieten van waar men in Nederland al máánden last van heeft: regen, regen, regen. We klagen niet. We hebben tenslotte een prachtige winter gehad. Het is voor ons de omgekeerde wereld. We dragen zomerkleding in de winter en halen, voor zover we die nog hebben, in de zomer de winterkleding tevoorschijn. Op 3 juli wordt het bij regenachtig weer slechts 14°. Ongelooflijk!
De temperatuur gaat omhoog maar het blijft wisselvallig: zon en regen wisselen elkaar af. Slechts één dag wordt het 30°; het wordt meteen afgestraft met code oranje. De weersverwachting: zware onweersbuien met kans op levensgevaarlijke blikseminslag, windstoten tot 100 km per uur en hagelstenen tot vier centimeter groot. Hoewel het op meerdere plekken aardig tekeer is gegaan hebben wij het er, zonder schade, goed vanaf gebracht.
Het gaat maar door: één of twee dagen zon, daarna drie of vier dagen regen. Het is om triest van te worden. Gaat het nog zomer worden?
Er wordt al een poosje gewaarschuwd voor veel muggen. Tot nu toe hebben we er weinig van gemerkt. Vannacht was her raak. Een mug in de slaapkamer. Er zijn weinig dingen zo irritant als een zoemende mug bij je oor als je probeert te slapen. Haaa, gelukt: één mug? We hebben er drie vermoord! We spuiten met lavendelspray en slapen daardoor relatief rustig.
De volgende morgen ….. niet te geloven ….. we spotten nog zo’n tien muggen tegen het plafond. Waar komen die beestjes ineens vandaan? We plegen de nodige moorden hetgeen hier en daar een bloedbad veroorzaakt. We hopen dat het de komende nacht wat rustiger blijft.
Wat afspraken betreft gaat het feest vrolijk door. Het meest zijn het de gezellige afspraken. Eén morgen moeten we vroeg opstaan: voor de APK moet de camper ’s morgens om 7.45 uur “ingeleverd” worden. Zoals elk jaar slapen we de nacht ervoor op “Camping Bakker”. Zonder problemen wordt de camper goedgekeurd.
Door de vele afspraken vliegen de laatste twee weken van de maand voorbij. We sluiten de maand zowaar af met temperaturen rond de 30°. Nog één maand te gaan in Nederland.
Op de valreep heeft Edgar nog een geinige mededeling. Nou ja, geinig!? Er ligt een prent van € 309 bij de post. Na een bezoek aan Christien en Theo in Amersfoort heeft chauffeur Theo door rood gereden. Even gassen om het groene licht te halen. Toen het licht rood werd was stoppen geen optie meer. In het vervolg iets rustiger naar een stoplicht rijden??
Jammer van het geld, het is niet anders.
Nederland
1 juni: we willen een eindje verder naar het noorden rijden maar ….. in de ochtenduren klettert de regen op het dak. Dat is geen lol om te gaan rijden. We blijven wat langer in bed liggen. Bij het opstaan doen we de kachel aan !! De kachel?! Die hebben we zelfs in de winter niet nodig gehad! Waar het in Spanje nog prima weer was, en nog steeds is, hebben we in Frankrijk de afgelopen twee weken heel wat nattigheid gezien. Het lijkt Nederland wel – kunnen we vast wennen.
Na het middaguur klaart het op. We gaan toch maar rijden. Onderweg krijgen we wat spetters op de voorruit maar dat is sinds de hele rit door Frankrijk niets nieuws. Aan het einde van de middag komen we in Haironville aan. Het is een acceptabele plek om morgen één dag te blijven.
Verder naar het noorden. We rijden via Luxemburg. Tanken is er al lang niet meer wat het is geweest. Spanje is zelfs goedkoper. In Spanje betaalden we € 1,39/ltr; in Luxemburg € 1,47/ltr.
De camperplaats in Redange is het deze keer niet. Van de twaalf beschikbare plaatsen zijn er zes afgesloten vanwege bouwwerkzaamheden wat de nodige takkeherrie geeft. We vluchten, twee minuten lopen, naar het Centre Commercial en neuzen er eens uitgebreid rond. Het levert een aantal leuke dingetjes op. In het bijbehorende restaurant trakteren we onszelf op koffie met gebak. Tegen de tijd dat we terug komen bij de camper zijn de werklui vertrokken.
Vanmorgen was het, zoals we verwachtten, om 07.00 uur al raak met de herrie. Nog heel even in bed blijven liggen, toch maar opstaan en wegwezen hier.
En dan ….. zijn we ineens al in België. Naast een paardenwei in Heers, waar zeven paarden grazen is het muisstil en donker ’s nachts. Stille buren, gras, wei, bomen en….. wandelpaden. Helaas zijn de paden door de maandenlange regen erg modderig.
De eerste stop in Nederland is op de camperplaats in Sittard: een nachtje slapen, morgen naar De Wit in Schijndel en dan ….. naar Eefde naar Edgar!
En ja, we hebben het al weer gemerkt: het rijden in het bos van gele omleidingsborden, het statiegeld probleem en niet te vergeten de files. Het is er allemaal nog. Wat een wonder mag heten, we hebben nog geen regen gezien. We maken ons geen illusies, dat zal vast niet lang duren.
Het weekend bij Edgar is reuzegezellig. Ondanks het frequente contact als we maandenlang onderweg zijn is er veel te praten én deze keer zijn er ook veel nieuwe dingen in en om huis te zien.
We boffen, we gaan met z’n drieën naar Zutphen voor bier met bitterballen en kunnen zowaar buiten op het terras zitten. Helaas moet Rosetta werken, ze is pas ’s avonds rond 21.00 uur van de partij. Zondag rommelen we wat aan, éénjarige plantjes kopen en poten, een parasolvoet ingraven – dat laatste is niet gelukt.
We sluiten het weekend af bij het Bosrestaurant in Joppe waar Rosetta chef-kok is. We kiezen voor het asperge-maandmenu: een proeverij van een zestal kleine voorgerechtjes, een hoofdgerecht met asperges en een nagerecht van meerdere lekkernijen. Na het eten mogen we een kijkje in de keuken nemen – leuk hoor! En wat hebben we lekker gegeten.
Dan staat er nog één ding op het programma: samen kijken naar de Formule 1 in Canada. Om 00.30 uur is ook dit feestje voorbij; we blijven in verband met de werkdag van morgen niet meer slapen.
Op maandag zijn we aan de beurt. In de stromende regen, zowel op de heen- als de terugweg rijden we naar Amersfoort naar Christien en Theo. Edgar klaagt niet snel over het weer maar stuurt nu een app: het zonnetje schijnt, de lucht vergrauwd, je denkt het is bijna zomer maar het is gewoon stervenskoud. En ja, wat is het koud, dit zijn we niet gewend.
In de loop van de week volgen meerdere afspraken. We zijn weer goed begonnen!
Het is donderdag 20 juni: we zijn 50 jaar getrouwd. Het is fijn dat we voor het feestje al diverse mensen hebben gezien en gesproken om lekker bij te kletsen. Op een feestje met meerdere mensen komt het natuurlijk niet van echte gesprekken.
We staan op de camperplaats in Bathmen. ’s Morgens komen Henny en Arno op de koffie. ’s Middags komen Gerda en Jan naar Bathmen; we gaan samen uit eten.
Met Gerda en Jan vertrekken we naar de op loopafstand van Multi-activiteitencentrum Bussloo gelegen camping De Hane.
Het feestje is zaterdag 22 juni. Na de koffie/thee met appelgebak spelen we in groepjes van drie of vier personen Pitch&Putt. Natuurlijk verdwijnen er de nodige ballen in het hoge gras, in de struiken en in de vijvers wat het nodige gezoek en gelach oplevert. Er worden ook ballen gevónden die anderen ooit hebben achter gelaten. We spelen negen holes; één groepje heeft dat niet begrepen en spelen, spelen en blijven spelen. Na afloop worden ze met applaus begroet. Inmiddels staat er een buffet klaar.
Het was een geslaagde dag, van alle kanten is enthousiast gereageerd. We kijken terug op veel gezelligheid met een groep leuke mensen én ….. wat zijn we blij dat de temperatuur goed was én dat het zowaar droog is gebleven.
In de dagen erna loopt de temperatuur ineens op naar 30°. Zou het dan eindelijk zomer worden in Nederland?
Onderweg naar Eefde komen we langs het Bosrestaurant. Omdat we er een poosje geleden zo lekker hebben gegeten stoppen we er om te gaan lunchen. We weten al dat het een werkdag voor Rosetta is. We bestellen een boerenomelet; de koffie krijgen we van Rosetta.
We gaan naar de firma Klaver in Ermelo om een nieuw stofje uit te zoeken voor de voorstoelen. Wat is er veel keus én het heeft wat meer voeten in de aarde dan we hebben voorzien. We schrikken even van de prijs maar snappen het meteen als de werkwijze wordt uitgelegd. Er wordt niet simpelweg een hoes over de stoelen getrokken; de stoelen worden opnieuw bekleed waarvoor ze uit de camper moeten hetgeen drie werkdagen in beslag gaat nemen. Het opnieuw bekleden van de banken is niet nodig, er wordt ons verteld dat het echt leer is. Tijdens de werkzaamheden kunnen we op het terrein van Klaver blijven slapen. Mede in verband met vakanties is een afspraak pas half augustus mogelijk. Mooi op tijd voor het geplande vertrek uit Nederland na de verjaardag van Edgar op 1 september.
Een paar dagen geen afspraken: We gaan naar het Duitse Rosendahl. Het is nog steeds mooi weer. We zitten buiten en we maken een mooie wandeling. Rosendahl dankt zijn naam aan het feit dat er in het gebied veel heggenrozen groeien en vormt één gemeente met Darfeld, Osterwick en Holtwick. De wandeling gaat langs de tussen 1612 en 1616 gebouwde waterburcht Darfeld. Het kasteel wordt sinds 1680 bewoond door de familie Droste zu Vischering en is niet van binnen te bezichtigen.
En dan is de laatste dag van de maand het mooie weer op. Een onweersbui, een nacht en een hele morgen onafgebroken regen doen de temperatuur zakken tot amper 20°.
Spanje/Frankrijk
Na het ontzanden in Priego de Córdoba gaan we verder. Het plan is natuurlijk naar het noorden maar ….. we krijgen een berichtje van Maikel en Wim. Ze zouden pas na 15 mei thuis zijn van vakantie, te laat voor ons maar ze zijn eerder terug. Echt leuk om elkaar weer te ontmoeten dus we gaan richting Torrevieja, de nodige kilometers naar het oosten.
We maken een tussenstop in Huércal Overa. Op maandag is het marktdag, één van de grootste wekelijkse markten van het gebied. Een groot deel van de stad wordt overgenomen door de markt met een breed scala aan lokale en verse producten, huishoudelijke artikelen en kleding.
Na het “markten” rijden we naar Orihuela. We zijn in Spanje dus dat wordt een sangría met tapas op een terrasje. Morgen is het nog een half uurtje rijden naar Maikel en Wim waar we rond koffietijd hebben afgesproken.
Ook al hebben we elkaar een poos niet gezien, we pakken de draad al snel weer op. Maikel heeft haar best gedaan in de keuken met een gedeeltelijk Spaanse en gedeeltelijk Nederlandse maaltijd. We lopen een eindje over het nieuw aangelegde sportpark in de buurt van hun huis. We doen een terrasje aan. Het is een echt gezellige dag. Maikel en Wim hebben een prachtig huis met zoutwater zwembad, plus alles wat je nodig hebt op loopafstand: supermarkt, restaurantjes, barretjes, terrasjes, bridge, zangkoor, biljartclub, etc. en niet onbelangrijk huisarts en apotheek. Maar o, o, o, wat een drukte zowel in het verkeer als sociaal leven. Dat laatste past bij Maikel en Wim, ze zijn er helemaal happy onder de zon en willen nóóóit meer naar Nederland terug. Vooral dat laatste snappen we heel goed.
We moeten verder naar het noorden. Via Platja El Altet en Benagéber komen we in Morella. We zijn er vaker geweest maar blijkbaar niet in het weekend. Het is in het weekend een gewilde plaats voor luidruchtige Spanjaarden. We lopen naar het op de top van een heuvel gelegen middeleeuwse vestingstadje: het is één van de Pueblos más Bonito de España.
We hebben genoeg lawaai gehoord en gaan verder naar Balaguer. Balaguer is een bewuste keus. We weten er een terrasje met lekkere wijn en heerlijk tapas. Dat laten we ons geen twee keer zeggen, voor we het weten zijn we in Frankrijk en is het uit met de tapaspret.
Het plekje naast het barokke klooster Reial Santuari de Sant Crist is een favoriete plaats voor ons. Het is er heerlijk stil en zoals gewoonlijk staan we er helemaal alleen. We hebben nog wel wat tijd dus we blijven een paar dagen om bij te komen van de drukte en het kilometer vreten van de afgelopen tijd.
Na het parkeren van de camper lopen we de berg af langs de Kruisweg en staan na twee kilometer in het centrum. Helaas, we moeten de berg ook weer op met drank in de benen. Gelukkig zijn we het lopen gewend.
Tremp: de laatste stopplaats in Spanje. We gaan de Pyreneeën over. Aan de andere kant afwachten hoe het met het weer is; de laatste tijd is het in Frankrijk niet veel soeps wat weer betreft.
We boffen, hoewel de weersvooruitzichten “ja regen, nee regen” aangeven komen we droog de Pyreneeën over. Aan het begin van de middag komen we in Mazères-sur-Salat aan. Het is een leuke plek aan de rivier Salat. Helaas, minimaliseert een bouwhek de toch al beperkte ruimte voor camperaars omdat de rivier met haar waterbouwwerk onderhoud krijgt. We vinden een plek naast één andere camper die onbewoond blijkt. Wat erger is: we worden een beetje gek van de bulderende waterval op vijf meter verwijderd van de camper – een behoorlijke bak herrie. Vannacht maar met de kop onder het dekbed slapen en morgen een straatje verder rijden.
We doen nog wel even een rondje dorp. Van voor naar achter, van links naar rechts – de enige boulangerie is gesloten, er is niets te doen, we zijn binnen een half uur weer thuis. We hebben het hier gezien.
Vandaag is het een dag met hindernissen; de route is echter prachtig om te rijden. Het lijkt ons een logische route om de N21 op te zoeken en via Auch en Agen naar het noorden te rijden. “Miep” denkt er anders over. We proberen nog te corrigeren maar dat gaat mis. Voor we het weten hebben we een afslag gemist en rijden we over een éénbaans weggetje heuveltje op en heuveltje af. Bij Saramon is een déviation. We rijden over weggetjes die niet op de landkaart staan. Ra, ra, waar zijn we – welke kant worden we opgestuurd? Uiteindelijke komen we bij Fleurance de N21 op. Helaas, van korte duur. Vanwege het één of andere evenement in het stadje is de doorgaande route afgesloten. Oké, weer een omleiding.
De camperplek in Foulayronnes is een teleurstelling. Er is amper ruimte om de camper te parkeren. Mogelijkheid is tussen het met poep overgestroomde en verstopt zittende servicepunt en een strontberg (koemest?) aan de andere kant. Niet dus. We eten een hapje en gaan snel verder. Gemeente Foulayronnes, schaam je!
Sinds we de grens met Frankrijk gepasseerd zijn is het ons opgevallen dat er plaatsnaamborden op de kop hangen. In Nederland de vlaggen op de kop, hier de plaatsnaamborden. Hiermee geven de Nationale Federatie van Boerenbonden en de Young Farmers aan dat het landbouwbeleid op zijn kop staat.
In heel Frankrijk viert men Pentecôte, Pinksteren dus. Dit jaar valt dit op 19-20 mei. In de christelijke kerk herdenken mensen dat de Heilige Geest neerdaalde over de apostelen. Het is een lang weekend voor de Fransen; er zijn veel campers onderweg. We hebben er onvoldoende bij stil gestaan. In Spanje viert men Pinksteren niet. We zijn te vroeg de Spaans-Franse grens over gegaan. Hopelijk vinden we een rustig plekje op een mooie camperplaats zonder horden Fransen.
Jááá, het lukt in Roquecor. Blijkbaar geen gewilde camperplaats, alle zes plaatsen zijn leeg. Het is een mooie en stille plek. Het servicepunt is primitief maar schoon!
Intussen zorgt Theo voor paniek in de tent. Hij denkt dat er “ergens” lekstroom is maar kan het niet vinden. Laatste mogelijkheid is de tv. Tv uit: lekstroom, tv aan: de accu laad bij. Onmogelijk toch?! Inderdaad, er is geen lekstroom. Theo heeft scheel gekeken naar laden en ontladen.
En dan ….. hoera! Daar is de Franse regen dan. Gisteravond een onweersbui, vannacht wat gedruppel dat nog de hele morgen aanhoudt. Daarna schijnt de zon weer maar ….. voor hoelang – de weersvooruitzichten zien er niet rooskleurig uit, zeker niet verder naar het noorden terwijl we toch écht geen andere keus hebben dan langzamerhand verder naar het noorden te gaan. Hopelijk zijn de vooruitzichten, zoals zo vaak, slechter dan het uiteindelijke weer. We gaan het zien. We hebben de hele winter in ieder geval geboft met drie hittegolven en amper regen. Zoals het al maandenlang in Nederland is ….. je zou ervan beschimmelen.
Aan het eind van de middag laten weer en temperatuur het toe dat we het dorp gaan bekijken. Nou ja, dorp: er is een klein winkeltje en het Café du Centre waar we een wijntje drinken. Vanuit het dorp zijn vier wandelingen uitgezet. Jammer, geen tijd deze keer. We moeten verder.
Op de route van Roquecor naar Groléjac verschillen de wegnummers langs de kant van de weg en “Miep” met die op de landkaart. Verouderde kaart? De kaart is van 2023. En ….. waarom zou de D911 ineens D673 heten. De D46 is nu D47? De D46/D47 is een 17 km lang weggetje met de nodige bochten waar de camper in de breedte nauwelijks op past. Uitwijkmogelijkheden zijn er niet. Hopelijk komen we niemand tegen.
Op de camperplaats in Groléjac zijn 15 ruim afgebakende plaatsen. We staan er een nacht met 10 campers en, onvoorstelbaar, een nacht helemaal alleen. Hoewel we de laatste dagen meer regen hebben gezien, of eigenlijk gehóórd omdat het meeste in de nacht is gevallen, boffen we steeds dat we niet in de regen hoeven te rijden.
We rijden een mooie route van Groléjac naar Montboucher. We tanken onderweg voor € 1,69/ltr. De diesel in Frankrijk is 30 cent per liter duurder dan in Spanje. Op deze tank komen we waarschijnlijk in Luxemburg.
Na een paar dagen Montboucher rijden we naar de aan het Etang des Sézeaux gelegen camperplaats in Lurcy-Lévis. We staan met uitzicht over het meer. Er komt een foodtruck naar de camperplaats dus ….. een avondje niet koken. Wat heel prettig is: er staan twee wasmachines (9 kg en 20kg) en een droger. We gaan met een schone was richting Nederland.
We lopen in een half uur een rondje om het meer en nemen een kijkje in het dorp. Natuurlijk is er een boulanger, verder een slager, een restaurantje en een pharmacie en dat is het wel.
Het is in ieder geval meer dan in Beine; hier is letterlijk hélemaal niets. Nou ja, we staan op de camperplaats bij een wijnboer: alles gratis, zelfs stroom. Waar bestaat zoiets nog?! Dat nodigt vanzelf uit om het museum te bezoeken, wijn te gaan proeven én te kopen. We kopen acht flessen Chablis Cuvée Vieilles Vignes, gezien de prijs voor speciale gelegenheden. In het museum zijn gereedschappen die met de druivenoogst te maken hebben te zien en verder alleen al 4900 kurkentrekkers.
Het is vrijdag 31 mei – morgen gaan we verder naar het noorden. Over een week zijn we bij Edgar.
Marokko
Er vertrekken steeds meer campers uit de palmerie. Na de eerste week van april staan er nog slechts 16 campers her en der verspreid waar er in februari minstens 300 campers hebben gestaan. De “boulangerie-pâtisserie” roepende bakker heeft het opgegeven: te weinig klandizie. Kapper Mustafa rijdt nog dapper rond op zijn brommertje, evenals Nezha in de auto met haar twee mannen. Garagehouder Mohamed Farih rijdt door de palmerie: vous êtes toujours là? Oui, mais pas pour longtemps, nou partons mardi prochain.
We genieten nog even van de kookkunst van Mariam. We bestellen salade au jardin, tajine en couscous. Mariam komt nog een keer harira en een pizza brengen én een zak koekjes voor koekiemonster Theo. Wat gaan we al dit lekkers missen.
In de loop der jaren hebben we veel verschillende soorten huisdieren gehad: vliegen, muggen, torren, mieren, een nest spinnen, lieveheersbeestjes die maandenlang uit alle hoeken en gaten tevoorschijn kwamen en natuurlijk ….. tot twee keer toe muizen; buiten de camper had zich ooit onder één van de oprijblokken een tien centimeter lange schorpioen een woning bedacht. Dit keer vermoeden we dat er ergens in de wielkast van de beide achterwielen linksachter een vogelnest moet zitten. Vogeltjes vliegen af en aan; het nest kunnen we niet ontdekken. Wellicht is er wat te zien als de beschermhoezen volgende week van de wielen af gaan anders wordt het camper omhoog krikken op de stempels en er onder kruipen. De vogeltjes mogen dus nog een week blijven wonen. Hopelijk zijn ze volgende week uitgevlogen. Het nest moet sowieso weg voor we gaan rijden en dat gaat gemakkelijker met een leeg nest dan dit nest inclusief vogels hoog in de amandelboom achter de camper te moeten parkeren.
We wilden in de laatste week in Tafraout nog gaan wandelen: naar de “leeuwenkop” en richting Tazka – het is niet meer te doen. De hele week wordt het meer dan 30° – ’s morgens bij het ontbijt is het al 24°. Dus: wandelschoenen schoon gemaakt en in het vet gezet.
Einde van de maand Ramadan, de maand Sjawwal is begonnen. Het is Eid-al-Fitr oftewel wat men in Nederland de foute benaming Suikerfeest geeft. Het heeft met suiker namelijk niets te maken. Het gaat om bezinning, zelfevaluatie en dat mensen samen komen en het gezellig hebben – een feest van verbinding en saamhorigheid, niet alleen van eten. Het “feest” begint ’s morgens half zeven met een luid gebed vanuit de moskee. Het Eid-gebed bestaat uit twee raka’aat (gebedseenheden). De eerste rak’ah start met de openings-takbeer (Allah is groot). Het komende uur kunnen we mee genieten, van slapen komt niet veel meer.
Behalve vogeltjes hebben we er voor één dag nog een huisdier bij: een zwerfhond. Het beestje ligt naast de camper in de schaduw, gaat later onder de camper liggen. We gaan boodschappen doen in het dorp. Als we terugkomen is meneer hond er nog. Al kijkt hij ons smekend aan, we zeggen niets wetend dat we er dan niet meer van af komen. Aan het eind van de middag komen er mensen langslopen, ze zijn zo dom om de hond over de kop te aaien en ja hoor, ze zijn aan de beurt, hij volgt ze dwars door de palmerie richting het dorp.
In de laatste drie dagen dat we in Tafraout zijn hebben Mariam en Mohamed nog een verrassing voor ons in petto. We gaan naar de Aït-Mansour-vallei die overgaat in een kloof. Met de auto is het een prachtige rit van een klein uurtje door de bergen. Met de camper is het geen route om te rijden – je zou halverwege blijven steken; keren is onmogelijk. Na de kloof is er zelfs met een auto geen doorkomen meer aan. Corrie heeft deze rit in 2017, zo lang geleden alweer, met Ben in de buggy gedaan. Mariam vertelt dat ze nooit eerder in Aït-Mansour is geweest. Zo dicht bij huis! Ze komt Tafraout niet uit als het niet nodig is.
Mariam heeft zich, zoals gewoonlijk, druk gemaakt in de keuken: een salade, een gigantisch grote kip in saus, patatjes, koffie, thee en zelfgebakken koekjes – van alles weer veel te veel: manger, manger. De tafel wordt gedekt op een heerlijk koele plek onder de palmen. Wat een gezellige dag in een mooie omgeving met lekker eten. Aan de spijsvertering wordt ook gewerkt: we lopen een eind de kloof in. Wat een geweldig leuke afsluiting van onze tijd in Tafraout.
Nog twee dagen te gaan avant de partir. Eerst wordt, na Ramadan, de klok de komende nacht weer een uur vooruit gezet. We blijven een uur in tijd verschillen met Europa nadat daar de zomertijd is ingegaan. We houden de Marokkaanse tijd nog even aan om binnenkort niet in de war te raken met de vertrektijd van de ferry.
Vanmorgen komt Mariam een paar potten zelfgemaakte jam en amlou brengen. Amlou bestaat uit geroosterde amandelen, arganolie en honing. Het is broodbeleg ter vervanging van pindakaas maar kan ook op pannenkoeken, met havermout of in de yoghurt.
Om te voorkomen dat Mariam nog meer gaat geven, zoals een tajine voor de eerste rijdag zoals ze elk jaar doet, bestellen we bij deze hitte een salade au jardin. Bestellen: zodat we kunnen betalen. Afwachten wat er gebeurt!
Vandaag: een intensieve dag maar niet de gezelligste. Het is een dag van afscheid nemen. Het begon gisteravond al toen de bewakers gedag kwamen zeggen. Vandaag begint het al om 9.00 uur in de morgen: “onze” herder komt langs met zijn kudde geiten.
In het dorp gaan we hier en daar afscheid nemen plus we doen de laatste boodschappen voor “en route”. Overal horen we hetzelfde: jullie kunnen net zo goed blijven en Marokkaan worden want jullie komen toch weer terug. Het laatste natuurlijk me de toevoeging “inshallah”.
Het boodschappen doen valt nog tegen: zoveel nog! We moeten twee keer op en neer van de camper naar het dorp lopen. Wat een onzin vindt Mariam – we hadden Mohamed kunnen vragen om te helpen. Nee Mariam, we vragen alleen hulp als we onszelf niet kunnen redden.
We gaan de boel opruimen en schoonmaken: de mat van 6 x 2 meter, de ruitenwisser beschermers en de wielhoezen. Helaas wonen de vogeltjes nog in het nest dat gebouwd is op de wielhoes van het achterste wiel links achter. Mohamed wil aan het begin van de avond komen helpen om het nest te verplaatsen. We krijgen echter een appje “sorry, ik kan niet komen, er is geen brandstof in het dorp want de pompen zijn te heet”. Oh, kan dat ook nog?! Dat hadden we nog niet eerder gehoord.
De volgende morgen zijn de pompen in de nacht afgekoeld: er kan weer getankt worden. Mariam en Mohamed staan al vroeg voor de deur. De mannen zorgen voor een mooi plekje voor het vogelnest in de amandelboom achter de camper. Er zitten drie vogeltjes in het nest. Ze zijn al best gegroeid. Misschien hadden we nog een paar dagen geduld moeten hebben?! Gelukkig hebben papa en mama vogel het nest na de verhuizing ontdekt: ze zitten boven het nest in de boom.
We drinken nog een keer koffie met z’n vieren en dan is het écht tijd om te vertrekken. Gelukkig een afscheid zonder tranen; wel het rekensommetje wanneer we “inshallah” terug zullen zijn.
Als we het dorp uitrijden mist Galid onze “uittocht” niet, vanuit zijn groentewinkel zwaait hij uitbundig.
Hoewel afscheid nemen niet altijd gemakkelijk is vinden we het toch fijn weer onderweg te zijn. Ons eerste doel is Taliouíne, een rit van slechts 200 km waar we evengoed 5½ uur over rijden. Van vier jaar geleden herinneren we ons dat er een moeilijk berijdbaar stuk is tussen Igherm en Taliouïne. Misschien is de weg opgelapt? Nou nee ….. het is nog erger geworden; op meerdere plaatsen is er geen asfalt meer te bekennen en sukkelen en stuiteren we voort over een gravelweg. Desondanks genieten we enorm van het indrukwekkende landschap.
Als we in Taliouïne aankomen hebben we een ster in de voorruit. Edgar vraagt of er een kameel met stenen heeft gegooid. Nee hoor, het was een opspattend steentje van een tegemoet komende auto die er behoorlijk overheen reed waar het wat rustiger had gekund. Omdat het overal zo smal is én het wegdek te wensen over laat staan we bijna stil bij tegemoet komende verkeer. Desondanks ……
De volgende rit gaat naar Skoura: weer 200 km. De wegen zijn vandaag een stuk beter – (al) na vier uur rijden zijn we op de plaats van bestemming. Tot twee keer toe wil “Miep” ons een geintje flikken en via een (kortere) bergweg sturen. We trappen er niet in, we blijven de goed berijdbare N10 volgen. Zo’n vijf kilometer voor de eindbestemming trappen we er wél in. Linksaf: het zal wel, we zijn er bijna. Voor we het weten rijden we ……. door een palmenbos. De camper past nauwelijks op de smalle paadjes, palmen en ander struikgewas krassen over de zijkanten. Het wordt spannend. In meerdere bijna haakse bochten is het centimeterwerk om er door te komen. Zoals gewoonlijk is keren onmogelijk. Theo blijft er kalm onder en stuurt onverstoorbaar verder. Toch slaken we een zucht van verlichting als we voor de poort van Camping Amridil staan. Het is weer gelukt en dat zonder schade op een paar krassen na.
Na een nachtje slapen gaan we verder. Het wordt een korte rit van maar 147 km. We zullen zien hoe lang we er in verband met de kwaliteit van de wegen over gaan doen.
We rijden de Route des Kasbahs tot aan El-Kelaâ-M’Gouna, het rozenstadje. Na de kasbahs is er weer een wijds uitzicht: een dal van minstens 70 km breed tussen de Hoge Atlas en de Anti Atlas. Kilometers ver kunnen we de route vooruit zien. Hoe vaak hebben we al kunnen genieten van alle mooie routes en verschillende landschappen in Marokko, het blijft indrukwekkend en adembenemend. We hebben uitgerekend dat we vanaf 2012 in acht winters in totaal 35 maanden in Marokko zijn geweest – bijna drie jaar.
We laten de Gorges du Dadès en Gorges du Todra links liggen. Tijdens een koffiestop treffen we een groep nomaden met schapen, geiten, ezels en dromedarissen. Rond het middaguur stoppen we bij Camping Tizmoutine, zo’n 25 km ten oosten van Tineghir. Het in 2019 verwaarloosde en ontzettend vieze sanitair is opgeknapt. Er komt zowaar water uit de douche maar voor warm water moet wel eerst de stekker in de boiler. Het is een prachtige plek voor meerdere dagen, de eigenaren zijn uiterst vriendelijk maar tja, we zijn op doorreis naar de ferry. Dus …… morgen weer verder.
Het is warm, héél warm. We weten niet hoe we de warmte uit de camper moeten krijgen. Tot we naar bed gaan staat alles tegen elkaar open. Toch is het nog 27° als het al ruim bedtijd is. Niet echt fijn maar dat is het in Nederland helemaal niet. Edgar vertelt dat het heeft gevroren, op enkele wegen ligt een dun laagje sneeuw!! Gelukkig duurt het nog even voor we terug zijn – kou vinden we erger dan deze warmte en …… tijdens het rijden kan de airco aan.
Vanmorgen voor het vertrek krijgen we een ontbijtverrassing. Het Marokkaans ontbijt bestaat uit een vierkante crêpe in vier flinterdunne laagjes gebakken.
Vandaag rijden we een korte route van slechts 2½uur. Op veel plaatsen onderweg zien we hoe de palmbomen te lijden hebben van de droogte. De rivier Ziz staat bijna droog, in het Barrage Hassan Addakhil lijkt het waterpeil alweer gezakt. Het land verdroogt terwijl het in Nederland al maandenlang regent.
We stoppen bij de ons welbekende en min of meer favoriete Kasbah Hotel Jurassique. Na vier dagen achtereen rijden houden we een dagje extra rust. We bestellen een tajine – bewust om deze te kunnen vergelijken met de overheerlijke tajine van Mariam.
Het is geen vergelijk. De tajineschotel van Mariam is uitgebreider met meer soorten groenten. Dit is een complete maaltijd: een salade vooraf met brood, olijven en olijfolie – een tajine met vijf soorten groenten plus een dessert van meerdere vruchten en yoghurt. Zeker voor herhaling vatbaar deze keer – we hebben het onderweg namelijk ook anders en stukken minder meegemaakt.
Geloof het of niet, het heeft vannacht behoorlijk geregend. We gaan verder. Als we vertrekken is het droog. Voor korte tijd komt er een waterig zonnetje tevoorschijn. Bij Nzala komen we op grote hoogte in laaghangende wolken terecht; 60 km lang is het zicht amper honderd meter. Gezellig – beesten op de weg, een dockertje dat bijna stilstaat, twee omleidingen op stukken erbarmelijk slecht asfalt. Vanaf Midelt gaat het beter en verloopt de route voorspoedig tot ….. 10 km voor Azrou, het eindpunt voor vandaag. Het begint te hózen. We weten dat we op de Euro Camping na de poort langs een steile helling omhoog moeten met meteen een scherpe bocht naar rechts. We hebben onze twijfels, het water stróómt van de helling af. Het wordt drie maal achteruit, “aanloop” nemen, doorslippen. Dat gaat het niet worden. We wachten de bui af en doen een nieuwe poging: bocht voorbij rijden, achterwaarts de modder in. Hè, hè, we staan!
Tot twee keer toe in drie uur tijd loopt Theo naar de receptie om de staanplaats te betalen. Er is niemand. Dan maar wachten tot er iemand bij de camper komt. Halverwege de avond een bescheiden klopje op de deur. We kunnen betalen. De volgende morgen staat meneer wéér voor de deur met vers gebakken brood voor het ontbijt. Wat een service!
De route van Azrou richting Ouezzane is goed geasfalteerd. Tot Meknès gaat het prima. We komen deze keer zelfs zonder capriolen Meknès voorbij, hetgeen een wonder mag heten. De route door de stad is voorzien van vlaggen en elke vijftig meter staan militairen en politie. Er rijden politieauto’s met knipper- en/of zwaailichten. Het blijkt dat van 22 – 28 april de 16e editie van de tentoonstelling van het Ministerie van Landbouw, Visserij en Plattelandsontwikkeling gehouden wordt met het thema Klimaat en Landbouw. Het geeft geen noemenswaardig oponthoud, het verkeer stroomt redelijk door.
Na Meknès blijft een goed geasfalteerde weg zónder gaten echter mét zoveel kuilen in de lengte en de breedte over de weg dat de camper op een waggelende eend lijkt. Het is ook de route met de vele politiecontroles waar we al twee keer een prent hebben gekregen; één keer onterecht voor te hard rijden (op dit slechte asfalt?) en één keer voor het niet stoppen voor een achtkantig stopbord (dom. dom, dom). Vandaag gedragen we ons.
We overnachten op Camping Eco, 20 km ten noorden van Ouezzane. Morgen verder naar Cabo Negro, de laatste stop voor de ferry.
Het is maar 121 km rijden, toch doen we er twee uur en 45 minuten over, Er gebeuren geen rare dingen onderweg. Rond het middaguur zijn we bij Camping La Ferma in Cabo Negro. In acht dagen hebben we 1300 km afgelegd. Morgen nog één dagje rust zodat we ons kunnen voorbereiden op de “feestdag” in de havens van TangerMed en Algeciras. Een rekensommetje: de ferry vertrekt 11.00 uur. Uit ervaring weten we dat we bijna 1½ uur rijden over de laatste 50 km naar de haven. Het in de haven regelen van alle papierwinkel, het door de scan moeten, snuffel-drugshonden en het boarden neemt 2½ uur in beslag. Dus: 6.00 uur opstaan en uiterlijk 7.00 uur rijden.
Het gaat goed. We rijden het havengebied in tot aan de check-in die vlot verloopt maar ….. Verrassing! De ferry gaat niet om 11.00 uur, men heeft ineens bedacht dat 10.00 uur leuker zal zijn. Gaan we dat redden? We kunnen ons er druk over maken, het helpt niet, we hebben het niet in eigen hand. Het begint al goed – of eigenlijk niet dus. We staan met de camper 1½ uur in de rij voor de paspoortcontrole en vorderen metertje voor metertje naar het “hok” van de douanebeambte. Het visum: voor het eerst een stempel in het paspoort in plaats van een vodje papier – dat zal lekker snel gaan. Vergeet het maar. Het duurt zo nodig nog langer dan voorgaande jaren. Voor het inbrengen van de gegevens in de computer zijn de pietepeuterige lettertjes van het stempel bijna niet te ontcijferen. Het uitvoeren van de camper gaat snel. Precies om 10.00 uur zijn we aan de beurt bij de scan. Boot gemist?! Na de scan: nog een paspoortcontrole, een drugshond steekt zijn kop naar binnen. Het is inmiddels 10.15 uur geweest. Hè, hè, we mogen doorrijden naar de kade en …… lol ….. de ferry van Trasmediterránea is nog niet uitgevaren. Na een laatste ticketcontrole mogen we aan boord. Het uiteindelijk vertrek naar Algeciras is 11.30 uur. Het blijft een kwestie van geduld maar toch ook wel lachen met zo’n overtocht.
Bij het verlaten van de ferry in Algeciras is er wéér een paspoortcontrole en alwéér lopen er drugshonden rond. We mogen doorrijden. Voor we na zo’n 4 km het havengebied definitief mogen uitrijden is er een laatste paspoortcontrole. We denken daarna, zoals gebruikelijk, in tien minuten naar Palmones te rijden voor een nachtje slapen en om bij de Lidl boodschappen te doen. Echter, Theo vindt het wel lollig om op de A7 afslag 115 in plaats van 113 te nemen. Waar we terecht komen? Geen idee! Het is een toeristische route met meerdere haarspeldbochten. Na ruim drie kwartier zijn we op de plaats van bestemming. We doen boodschappen, we lusten na al die warmte éindelijk wel eens een koud biertje en ….. oja, we moeten de klok nog een uur vooruit zetten.
We gaan naar Priego de Córdoba. Er is mogelijkheid voor het lozen van toiletcassette en vuil water en het innemen van schoon water. Het is een prima plek om de camper zowel van binnen als van buiten te ontdoen van al het saharazand én niet onbelangrijk: we kunnen er een paar dagen rust nemen na de heftige afgelopen 1½ week.
We hebben dagelijks contact met Mariam en met Mohamed. Op de twaalfde dag na het vertrek uit Tafraout vertelt Mariam dat de vogeltjes zijn uitgevlogen. We hadden er dus écht niet op kunnen wachten.