Camperlife.eu Theo en Corrie Keek

30mei/230

Spanje

1 mei: overtocht TangerMed, Marokko – Algeciras, Spanje. Ruim voor 9.00 uur zijn we na een rit van 75 minuten in de haven. En daar begint het feest. Natuurlijk kennen we het zo langzamerhand maar het valt toch altijd weer tegen. Marokko inreizen is goed te doen, de uitreis vraagt een heleboel geduld.
De papierwinkel is redelijk snel geregeld: boardingpas halen, doorrijden naar de verschillende hokjes voor uitvoeren van de camper en de paspoortcontrole. Het overnemen van de gegevens van het visum vraagt wat extra tijd.

Dan begint het lange wachten voor de scan. Na een uur zijn we aan de beurt. Daarna weer een paspoortcontrole plus er lopen drugshonden rond te snuffelen. Een grote herdershond steekt z’n kop naar binnen. We kunnen verder: 6km door het havengebied op zoek naar de kade waar de Trasmediterránea vertrekt. Dat valt nog niet mee, we nemen twee keer een verkeerde afslag – worden van het kastje naar de muur gestuurd. Intussen is er bijna twee uur verstreken; vervolgens staan we drie kwartier in de rij voor we de ferry op kunnen rijden. Opnieuw loopt er politie rond met drugshonden. Eindelijk staan we dan toch geparkeerd op dek 3 – een half uur later vertrekken we (zoals gewoonlijk te laat) voor een overtocht van anderhalf uur.

En ….. dat was het? Nou nee, bij het verlaten van de ferry in Algeciras is er wéér een paspoortcontrole en alwéér lopen er drugshonden rond de voertuigen. We komen in een lange rij te staan voor ….. nóg een paspoortcontrole voor we het havengebied mogen uitrijden. Er is slechts één hokje van de vijf open, dus dat schiet lekker op: weer drie kwartier wachten.
Ons geduld is vandaag aardig op de proef gesteld maar we staan weer op Europese bodem en daar moeten we de klok nog een uur vooruit zetten. Zo is de dag nog sneller voorbij!

In tien minuten rijden we naar Palmones voor een nachtje slapen en om bij de Lidl boodschappen te doen. Lidl, gesloten, Mercadona gesloten, Carrefour gesloten. Ach ja, 1 mei is in Spanje een feestdag – net als in veel Europese landen, in Nederland natuurlijk niet.
Nou ja, morgen is er weer een dag. Gelukkig is de McDonald’s wel geopend; koken is na deze intensieve dag niet echt een optie. Met het warme weer van bijna 30° smaakt een koud biertje heerlijk. Dat hebben we gemist de afgelopen warme weken.

De eerste échte rit in Spanje: op zich is het goed verlopen op drie keer een kleine file na. Tja, we zijn weer in Europa. Files? We hebben ze in Marokko niet gezien! Zonder problemen komen we in Priego de Córdoba aan. We willen een paar dagen blijven om uit te rusten van de heftige afgelopen week. Alhoewel ….. er is het nodige “werk” te doen. Het interieur van de camper ontdoen van het saharazand is het meeste werk en een niet te onderschatten klusje. Het zand zit in alle gaten en hoeken, tussen alle naden en kieren.

In de Nederlandse media lezen we: “Nederlandse toeristen zuchten onder hitte in zuid Spanje en moeten ?? hele dagen doorbrengen langs het zwembad of bij de zee. Het is bij 40° afzien”. We snappen het niet. Bij het passeren van Marbella was het daar slechts 25°, alsook bij Málaga; hier in Priego de Córdoba blijft de temperatuur steken op een aangename 29°. Zonnetje erbij: heerlijk toch!
Edgar stuurt een app over het weerbericht uit Nederland: doe maar rustig aan met de terugreis. Hoor net op het nieuws dat er de komende maand mei geen kans is dat de temperatuur boven de 20° uit gaat komen. Een nieuwe ijstijd breekt hier aan.

Na vier dagen poetsen, binnen en buiten, zijn we al het saharazand weer kwijt. Het was een hele klus maar dan hebben we ook weer wat: een héél schoon huis.
We blijven nog een dagje om bij te komen maar dan hebben we het hier wel gezien. We gaan verder – naar het noorden.

Zonder problemen en zonder files (hoe is het mogelijk) rijden we 300 km noordwaarts. We stoppen in Campo de Criptana, een locatie op nog geen honderd meter van de Molinos de viento. Om graan te malen werden watermolens gebruikt. Rond de 16e eeuw werd dit problematisch vanwege droogte; daarom werd op windmolens overgestapt. De tien windmolens staan verspreid over de helling en top van de heuvel. De drie oudsten dateren uit de 16e eeuw. In enkele molens is tegenwoordig een museum gevestigd.
Natuurlijk is dit het gebied van Don Quichot de La Mancha. Het verhaal vertelt de komische reisavonturen van de edelman die op zijn strijdros Rocinant vergezeld van zijn dienaar Sancho Panza ten strijde trekt tegen alle soorten onrecht. Hij bestreed gevaren die er niet werkelijk waren. Zo vocht hij tegen de windmolens omdat hij ze voor reuzen aanzag.
In het historisch centrum van Campo de Criptana is weinig anders te zien dan steile, smalle straatjes. In de omgeving maken we enkele wandelingen en genieten van een wijds uitzicht rondom.

Vertrek uit Campo de Criptana: Theo gaat naar buiten, brengt de vuilniszak weg en reinigt de voorruit van aangekoekte vliegenpoep en condens strepen. Hij stapt (over het matje) de camper in en ….. we rijden weg. Volgende plek: zandbodem. Matje? Dat ligt nog in Campo de Criptana! Zeker niet goed wakker vanmorgen?!

Gelukkig komen we wél zonder ongelukken in Tarancón aan. We parkeren bij het Monasterio de Nuestra Signora de Riánsares. Er zijn geen activiteiten te bespeuren, het is er uitgestorven. Openingstijden: zondag en woensdag.
Het klooster dateert uit de 12e eeuw en werd in 1846 overgenomen door de Hertog van Riánsares. In 1924 werd het weer eigendom van de kerk. Na een plundering en bombardement in de jaren 30 werd het klooster het laatst bewoond door het Priestergenootschap Lumen Dei. Vanaf 2004 zijn er bloemperken geplant in de nabij gelegen tuinen. In de Alameda de la Pradera zijn enkele ingebouwde bbq’s en picknickplaatsen geïnstalleerd. De bbq-plaatsen zijn allen door de politie afgezet met rood lint, waarschijnlijk vanwege de droogte en bosbrandgevaar. In een uurtje wandelen we het park rond dat er overigens redelijk groen uitziet.
Op woensdagmorgen komt er een handjevol mensen om te bidden. Wij gaan ook een kijkje nemen in de kerk, het is er donker en somber. Het Santuario blijft gesloten.

We rijden een mooie route van Tarancón naar Medinaceli. Het schiet voor geen meter op maar we genieten van de rit langs meerdere embalses. Medinaceli ligt op ruim 1140 meter hoogte en is Uno de los Pueblos más bonitos de España. Om in aanmerking te komen voor “mooiste dorp van Spanje” moet aan een aantal voorwaarden worden voldaan: o.a. niet meer dan 15.000 inwoners en cultureel erfgoed. Medinaceli heeft 741 inwoners, telt vele monumenten en heeft zijn middeleeuwse karakter behouden. De Romeinse triomfboog uit de 1e eeuw is de enige in Spanje met drie bogen en was de oude toegang tot de stad.

Het Santuario Virgen del Yugo bij Arguedas domineert vanaf de top van het Sierragedeelte van de Bardena Blanca aan de ene kant en de Ribera del Ebro aan de andere kant. Hier verscheen de Maagd aan een kreupele herder die werd genezen van zijn mank lopen. Bij de toegangsdeur van het Santuario bevindt zich een reliëf waarop de verschijning is afgebeeld. Er is een uitkijkpunt met een prachtig uitzicht op het Natuurpark Bardenas. Naast een albergo zijn picknickplaatsen en een plek ingericht met bbq-plaatsen.
De albergo stelt niet veel voor. We willen er eten: complet. Mañana dan? Nee, alleen in het weekend geopend. Na een wandeling willen we er wat gaan drinken. Wat een circus! Witte wijn? Er worden meerdere koelkasten geopend; na 10 minuten….. één fles gevonden. Wat olijven, kaas, chorizo erbij? Kan niet! Afrekenen: pinnen gaat niet; €10 contant – de kassa gaat niet open voor het wisselgeld. “Betaal straks maar”. Na een poosje komt de ober met het wisselgeld voor €10. Tweede glaasje: zelfde circus plus de vraag wat voor het eerste glaasje is betaald én fles leeg ….. geen witte wijn meer. Na enige moeite en drie medewerkers verder gaat de kassa open. Wél een lekker wijntje!!

Vanaf hier is het eindeloos wandelen door de Sierra del Yugo. Helaas is over een groot gedeelte in juni 2022 veel verbrand maar ….. wortels van bomen en struiken lijken gespaard gebleven, het wordt weer groen.
Een volgende wandeling gaat richting Bardenas Reale, een halfwoestijn. Het woestijnachtige landschap bestaat uit ravijnen, hoogvlakten en steile rotsen in bizarre vormen – kortom, het is een kaal en onherbergzaam gebied. We lopen bijna zes kilometer tot aan het bord “Bardenas Reales de Navarra – Parque Natural”. Het park beslaat een oppervlakte van 42.500 hectare dus het is geen optie om door te lopen, evenmin om er met de camper in te rijden. We bewaren dit voor een volgende keer en dan met een 4x4 tour vanuit het Toerist Information Center.
We lopen terug naar de camper – een mooie wandeling.

Dat er meerdere Franse viespeuken zijn hebben we vaker gemerkt maar dit slaat werkelijk alles. Ongelooflijk! Op één dag: een camper gaat op enige afstand van ons staan en laat de vuilwatertank leeglopen ….. dan ….. een tweede camper parkeert drie meter naast ons en ….. laat de vuilwatertank leeglopen. Het water stroomt onder onze camper door de berm in. Lekker dan! We durven niet eens wat te zeggen, zijn bang voor een grote bek want wie dit normaal vindt ….. Béétje aso-gedrag??

Javier: de gemeente is vooral bekend om het Castillo de Javier waar de in 1622 heilig verklaarde pater jezuïet en missionaris Franciscus Xaverius geboren werd. Het middeleeuwse sprookjeskasteel dateert uit de 10e eeuw. Het is een écht kasteel met verdedigingswerken, kantelen, ophaalbrug, grachten en torens. Het kasteel is ingericht als museum en gewijd aan het leven van Franciscus Xaverius. Op het terrein: een hotel, restaurant, bar, toeristenbureau en souvenirwinkeltje – nogal toeristisch dus. We lopen een kilometer naar het dorpje dat slechts 107 inwoners telt. Er is dan ook niets te doen.
De camperplaats is niet geweldig daarom bersluiten we morgen door te rijden richting Franse grens. We willen de Pyreneeën over want ….. de weersvoorspellingen zijn: overmorgen gaat hier een bak water naar beneden komen terwijl het aan de Franse kant droog lijkt te blijven.

De route naar en door de Bielsa-tunnel hebben we vaker gereden; de route vanaf Yesa via Jaca, Sabiñanigo en Ainsa blijft genieten. We tanken nog één keer in Spanje. De diesel is er € 0,30 / €0,35 per liter goedkoper dan in Frankrijk. Na de Bielsa-tunnel volgt aan de Franse kant een kilometers lange afdaling van 10% over een smalle weg vol haarspeldbochten. Spannend, maar wat een prachtige omgeving.

In Mauvezin hebben we de Pyreneeën achter ons gelaten. We parkeren bij het château. Of we het hier droog houden valt nog te bezien.

Gearchiveerd onder: Nieuws Laat een reactie achter
Reacties (0) Trackbacks (0)

Nog geen reacties


Leave a comment

*

Nog geen trackbacks.