Camperlife.eu Theo en Corrie Keek

28feb/230

Tafraout (2)

Het is alweer februari. Het is nog steeds redelijk rustig in de palmerie. Er zijn nog steeds veel minder campers dan we gewend zijn. Vooral de Fransen laten het afweten. Wellicht kijken ze de kat nog even uit de boom na twee coronawinters?? Ook worden de hoge brandstofprijzen als oorzaak genoemd. Wij vinden het prima zo; voor de dorpsbewoners zouden meer campers – meer inkomsten natuurlijk welkom zijn. We wachten af hoe het er over een maand uitziet tijdens de Amandelbloesem feesten.

We nemen afscheid van Josephine en Jos. Bij vertrek naar Marokko hadden we al gezegd dat we in alle rust richting Tafraout zouden reizen maar dat, als we er éénmaal zijn, er langdurig blijven en een visum gaan aanvragen voor drie extra maanden. Josephine en Jos gaan na drie maanden terug naar Europa en willen de laatste maand nog wat meer zien van dit mooie land. We hebben, zoals de twee vorige winters in Italië, weer een leuke tijd samen gehad maar ….. door de aanwezigheid van een derde partij in Tafraout liepen de kontakten de laatste tijd de spuigaten uit en waren we onszelf min of meer kwijt. Andermaal is gebleken: drie is teveel – al hoewel het deze keer niet tot ruzie heeft geleid, wat in het verleden wel eens anders uitpakte.

Een mannetje op de soek denkt dat toeristen dom zijn en de waarde van de Dirham niet kennen. Corrie is op zoek naar kraaltjes voor een haakwerkje. Voor zes kraaltjes vraagt meneer 90 Dirham – 9 Euro dus. Koekoek! De overbuurman verkoopt een armbandje met 20 kraaltjes voor 5 Dirham, 50 cent.

Gerda laat zich nog één dag gelden. Ze bedenkt dat we wel eens naar de hamam kunnen gaan; ze is er nooit eerder geweest. De traditionele Marokkaanse hamam verschilt van de toeristenversie. In een traditioneel Marokkaans badhuis zit je, van begin tot eind, op de grond tussen andere mensen van je eigen sekse – er wordt niet gemixt. Het is een heel ritueel, een grondige was- en scrubbeurt. Er worden twee grote tonnen warm water met kleine emmertjes erin neergezet. We worden gewassen met Savon Beldi, een vrij zachte zwarte zeep die wordt gemaakt van olijven. Het scrubben gebeurt met een kessa, een handschoen met een scrubbende werking. Wat wij scrubben noemen vindt men hier “aaien”; bovendien is de Nederlandse manier van het scrubben met scrubzout minder effectief.
Dan volgt het wassen met rozenzeep en het insmeren met ghassoul dat in de hamam wordt gebruikt als verzorgingsproduct. De ghassoulklei heeft een zuiverende werking en zorgt ervoor dat de afvalstoffen uit de huid worden afgevoerd. We worden gemasseerd, de klei wordt afgespoeld en nadat het haar is gewassen gaan we onder de douche. Een Marokkaanse douche wel te verstaan: inzepen en afspoelen met emmertjes water. Het hele ritueel heeft twee uur lang geduurd. Zó schoon zijn we in tijden niet geweest én de huid voelt zijdezacht aan.

Voor Gerda is de dag nog lang niet voorbij. Wat een energie! Ze wil naar “beaucoup de sucre”- een beignet met een gat in het midden die de “bollenman” serveert met héél veel suiker. Jan moet mee, wij moeten mee. Daarna ….. ja hoor, we hebben nog geen koffie aziatico gehad. Morgen vertrekken Gerda en Jan, dus we moeten er aan geloven. Zoals gewoonlijk: met veel te veel drank en de gebruikelijke vraag “is het sterk genoeg?”
Het is veel op één dag; we laten het deze dag over ons heen komen – het is allemaal goed bedoeld.

Vanmorgen: nog even samen koffiedrinken en dan zijn we écht alleen. Wat zal dat een rust geven. Geen koffie aziatico meer, geen pizza, chocolaatjes, gebak, pannenkoeken met appelmoes, etc. meer. Misschien mag je dominant zijn en in de belangstelling willen staan als je 84 bent. Arme Jan, hij moet er maar achteraan hobbelen.
Toch als je Gerda met een emmer zout (in plaats van met een korreltje zout) neemt, hebben we het best weer gezellig gehad. En ….. sowieso respect voor hun levenswijze op deze leeftijd.
Helemaal alleen zijn we natuurlijk niet. Onze lieve familie is in de buurt. Mariam brengt brood, tajine, couscous en doet de was; Mohamed brengt water en verwisseld zo nodig de gasfles. Elke dag zien en spreken we elkaar. Met Mariam drinken we thee en eten we dadels en kaukau (pinda’s). Mohamed komt ’s morgens voor de koffie met “koek van de soek”.

Met de verjaardag van Mohamed is het niet echt feest. Hij is 21 jaar geworden maar in Marokko is het niet gebruikelijk verjaardagen te vieren. We herinneren ons de laatste verjaardag van Abdillah: geen traktatie op school, geen kinderfeestje, geen kadootjes. Vanzelfsprekend geven we Mohamed wél een kadootje.

Een verrassing. Hoewel Josephine en Jos pas op 6 maart het land hoeven te verlaten vertrekken ze drie weken voor die tijd met de ferry naar Europa. Wat jammer! Zeker voor een eerste keer is drie maanden eigenlijk al te kort om van dit mooie land te genieten. Ze hebben het naar het zin gehad en willen zeker terug komen, dus we begrijpen dit voortijdig vertrek niet. Maar ….. we kennen ze inmiddels. Ze hebben geen rust: jagen, jagen, jagen. In oktober hebben ze een record gehaald: in vijf dagen zijn ze vanuit België naar zuid Portugal gereden en hebben daardoor de vele bezienswaardigheden onderweg gemist.

Dan gebeurt het onvoorstelbare. Volgens de weerberichten gaat het vijf dagen koud worden, geen zon, veel regen verwacht. Koud wordt het overdag. Mariam komt soep brengen “parce qu’il fait froid”. Er is geen soek, er komen toch geen mensen op af. De koek van soek is op maar we vinden nog een pak Spaanse volkoren biscuitjes in de kast. Zoals gebruikelijk is in Marokko staat de koektrommel op tafel en is het “manger, manger”. Mohamed zit lekker te kanen totdat ….. Mariam de deksel op de trommel doet, hem aankijkt en beslist zegt: afgelopen. Tja, je kunt 21 zijn maar je moeder blijft de baas.

Regenen doet het in eerste instantie niet. De straat wordt er niet nat van en dat terwijl een beetje water hier zo welkom is. Overdag is het voor Marokkaanse begrippen koud, de nachten zijn juist warmer. Gelukkig voor de mensen hier stroomt het twee dagen later dag en nacht onafgebroken van de regen. Dit hebben we hier nog nooit eerder meegemaakt. Klimaatverandering?
Al voor de tweede regendag om is begint het feest in de palmerie. Behoorlijk wat campers laten de motor draaien om de stroomvoorziening op peil te houden. We zijn nog niet aan de beurt maar we zijn benieuwd wat er gaat gebeuren. Het is in deze camper de eerste keer deze winter dat de zon het meerdere dagen laat afweten.
Dan hebben we een feestje voor de deur: een camper staat vast in de modderige sloot en komt er met geen mogelijkheid meer uit. Het wordt donker en het regent nog steeds; er zijn ruim twee uur lang zo’n acht mannetjes bezig de camper er uit te krijgen. Vandaag horen we van Mohamed dat er in de palmerie bij Tazka elf campers zijn weggezakt in het zand. De bodem is daar vrij zacht, heel anders dan hier. We zijn geen sensatiezoekers dus we gaan niet kijken hoe ze er weer uit komen met z’n allen.

De afgelopen uren gingen de regenbuien gepaard met windstoten van meer dan 40 km per uur. Onze camper staat goed op de wind én we staan stevig op de extra stelpoten; we schudden zelfs niet heen en weer. Op Camping Le Trois Palmiers heeft men minder geluk: er vallen drie palmbomen over twee Nederlandse campers. Politie en brandweer erbij. De campers gaan voor reparatie naar de garage. Gelukkig zijn er geen persoonlijke ongelukken gebeurd. Als we de volgende dag naar het dorp lopen zien we dat er een groot deel van de omheiningsmuur van de camping is ingestort.
Oók vandaag: sneeuw op de 2000-2400 meter hoge toppen van de rondom Tafraout liggende bergen. Te weinig om te gaan skiën. Hier ligt geen sneeuw, we wonen op zo’n 1000 meter hoogte.

Op de vijfde dag schijnt de zon weer. De sneeuw is snel verdwenen. De accucapaciteit is terug gelopen maar een probleem heeft het niet gegeven. We konden normaal ons gang gaan: verwarming aan, tv kijken, telefoons opladen. Met de zon erbij zijn de accu’s snel weer 100% vol.
Leuk waren de afgelopen dagen niet, het verveelt zo snel; het was wel een mooie test voor de camper die zich dus prima heeft gehouden. De 20 graden en zon bevalt ons weer beter!

We gaan “aan het werk” voor de aanvraag van een visum zodat we langer dan drie maanden in Marokko kunnen blijven. Het is even werk maar we kennen het klappen van de zweep. Per persoon vier maal een formulier invullen met blauwe pen waarop de onzinnigste vragen worden gesteld. Wat is je beroep? Gepensioneerd. Maar ….. wat wás je beroep? Hoe heten je ouders? Die leven niet meer. Maar ….. hoe heetten ze dan? Etc, etc. Verder, per persoon alles in viervoud: fotokopie van de bladzijde in het paspoort met de foto plus van de bladzijde met het stempel van de inreisdatum, fotokopie van een bankafschrift van de laatste maand, vier pasfoto’s, een verklaring van een verblijfsadres. Dat laatste: probleem? De palmerie heeft geen adres. Drie jaar geleden heeft Elmadani Elbakali tegen betaling van 1000 dirham verklaard dat we op zijn camping Ammelne stonden. Hij wil het ook deze keer voor ons regelen. We denken: die is snel klaar – drie jaar geleden formuliertje in de computer opgeslagen, nu datum veranderen en printen. Hij kijkt met zijn ene oog in de volgende week maar of hij zo snugger is om drie jaar vooruit te kijken betwijfelen we. Als hij de
“huisvestingsverklaring” komt brengen zijn we un peu verbaasd. Drie jaar geleden was het Camping Ammelne, nu Camping Tazka?! Bovendien staat de naam van Mohamed Farih op het formulier die wij kennen als garageman en gemeenteraadslid. Mohamed Farih blijkt ook de eigenaar van Camping Tazka te zijn. “Ons” mannetje gebruikt de naam van de campings in de omgeving zoals het hem uitkomt; de opbrengst voor het vodje papier wordt gedeeld. We zijn weer wat wijzer geworden.
Na dit hele gedoe moeten we naar het gemeentehuis waar álle documenten worden voorzien van een zegel, datumstempel, gemeentestempel en een handtekening. Dan: naar het politiebureau het zooitje indienen. Zij sturen het naar Tiznit. Na een week kunnen we de gewenste verklaring ophalen. Het is veel werk maar dan hebben we ook wat. Denken we!

Twee dagen later worden we opgebeld door de gendarmerie: of we maar meteen willen komen – met z’n tweeën! Er blijkt iets veranderd. We hebben zoals altijd vier pasfoto’s ingeleverd: het moeten er nu acht zijn! Er komt slechts één foto op het visum. Op onze vraag of ze een muur gaan behangen van de andere zeven foto’s van elke toerist die een visum aanvraagt moet oom agent even lachen. Het antwoord weet hij niet. Al snel horen we van meerdere mensen dat ze door de gendarmerie worden gebeld. Ze zitten daar zeker om werk verlegen of ….. de fotograaf in het dorp zit om inkomsten verlegen!?
De soap is nog niet ten einde. Na vier dagen worden we opnieuw gebeld door de gendarmerie. Haa, het visum! Fout! Ineens moeten we ook nog eens een déclaration de santé inleveren dus moeten we naar een dokter in het ziekenhuis. Ziekenhuis? Wat een oude meuk; het laat er veel te wensen over aan hygiëne. De arts vraagt: lengte, gewicht, is de bloeddruk goed, ogen goed, is de gezondheid goed? Er wordt niets gecontroleerd. Er wordt een formuliertje ingevuld waar acht !! stempels plus handtekening opkomen én ditmaal in drievoud. Wéér terug naar de gendarmerie. Was het dit nu of gaan ze nog meer bedenken? Het houdt ons wel van de straat. De aardige politieman moet er ook om lachen en zegt: dit bedenken wij niet, dat doet de overheid en tja, dit is Marokko – geen Europa. Vandaar ook dat we meerdere keren naar de gendarmerie worden geroepen en men niet in één keer kan vertellen wat er aan formulieren mist.

Het is werkelijk niet te geloven. Voor de zoveelste keer wordt er gebeld: immédiatemente naar de gendarmerie komen – avec le deux. Wat nu weer?! In Tiznit zit blijkbaar een zeikerd die ineens bedenkt dat de inreisdatum op het aanvraagformulier op het stippellijntje eronder moet staan. We moeten het hele aanvraagformulier overschrijven, in viervoud met stylo bleu – dus twintig minuten strafwerk schrijven. We zeggen nog dat we vaker een visum hebben aangevraagd sans aucun problème maar dat het cette anée wl trés difficile gaat. Oom agent verontschuldigd zich, zegt dat dit jaar alle regels zijn veranderd, zij het ook niet weten en het voor hen ook beaucoup de travail is. Hij hoopt dat het ons er niet van weerhoudt volgende winter terug te komen. De gendarmerie heeft er inmiddels een dagtaak aan om een ieder die een visum heeft aangevraagd op de juiste manier te begeleiden. Nu is het: à récupérer aprés demain. Op hoop van zegen maar weer.

Tussen al deze perikelen door zijn er toch positieve dingen. We genieten elke dag. En ….. Mariam vraagt of we bij haar thuis komen eten. Het is een gezellige avond en, zoals we al hadden verwacht, is er veel te veel eten. En alles even lekker.
Zo sukkelt de maand ten einde. Mogen we langer blijven? De vriendelijke politieman verzekert ons dat dat zeker het geval is. Bienvenu, bienvenu! We gaan het meemaken.

Gearchiveerd onder: Nieuws Laat een reactie achter
Reacties (0) Trackbacks (0)

Nog geen reacties


Leave a comment

*

Nog geen trackbacks.