Camperlife.eu Theo en Corrie Keek

29apr/240

Marokko

Er vertrekken steeds meer campers uit de palmerie. Na de eerste week van april staan er nog slechts 16 campers her en der verspreid waar er in februari minstens 300 campers hebben gestaan. De “boulangerie-pâtisserie” roepende bakker heeft het opgegeven: te weinig klandizie. Kapper Mustafa rijdt nog dapper rond op zijn brommertje, evenals Nezha in de auto met haar twee mannen. Garagehouder Mohamed Farih rijdt door de palmerie: vous êtes toujours là? Oui, mais pas pour longtemps, nou partons mardi prochain.

We genieten nog even van de kookkunst van Mariam. We bestellen salade au jardin, tajine en couscous. Mariam komt nog een keer harira en een pizza brengen én een zak koekjes voor koekiemonster Theo. Wat gaan we al dit lekkers missen.

In de loop der jaren hebben we veel verschillende soorten huisdieren gehad: vliegen, muggen, torren, mieren, een nest spinnen, lieveheersbeestjes die maandenlang uit alle hoeken en gaten tevoorschijn kwamen en natuurlijk ….. tot twee keer toe muizen; buiten de camper had zich ooit onder één van de oprijblokken een tien centimeter lange schorpioen een woning bedacht. Dit keer vermoeden we dat er ergens in de wielkast van de beide achterwielen linksachter een vogelnest moet zitten. Vogeltjes vliegen af en aan; het nest kunnen we niet ontdekken. Wellicht is er wat te zien als de beschermhoezen volgende week van de wielen af gaan anders wordt het camper omhoog krikken op de stempels en er onder kruipen. De vogeltjes mogen dus nog een week blijven wonen. Hopelijk zijn ze volgende week uitgevlogen. Het nest moet sowieso weg voor we gaan rijden en dat gaat gemakkelijker met een leeg nest dan dit nest inclusief vogels hoog in de amandelboom achter de camper te moeten parkeren.

We wilden in de laatste week in Tafraout nog gaan wandelen: naar de “leeuwenkop” en richting Tazka – het is niet meer te doen. De hele week wordt het meer dan 30° – ’s morgens bij het ontbijt is het al 24°. Dus: wandelschoenen schoon gemaakt en in het vet gezet.

Einde van de maand Ramadan, de maand Sjawwal is begonnen. Het is Eid-al-Fitr oftewel wat men in Nederland de foute benaming Suikerfeest geeft. Het heeft met suiker namelijk niets te maken. Het gaat om bezinning, zelfevaluatie en dat mensen samen komen en het gezellig hebben – een feest van verbinding en saamhorigheid, niet alleen van eten. Het “feest” begint ’s morgens half zeven met een luid gebed vanuit de moskee. Het Eid-gebed bestaat uit twee raka’aat (gebedseenheden). De eerste rak’ah start met de openings-takbeer (Allah is groot). Het komende uur kunnen we mee genieten, van slapen komt niet veel meer.

Behalve vogeltjes hebben we er voor één dag nog een huisdier bij: een zwerfhond. Het beestje ligt naast de camper in de schaduw, gaat later onder de camper liggen. We gaan boodschappen doen in het dorp. Als we terugkomen is meneer hond er nog. Al kijkt hij ons smekend aan, we zeggen niets wetend dat we er dan niet meer van af komen. Aan het eind van de middag komen er mensen langslopen, ze zijn zo dom om de hond over de kop te aaien en ja hoor, ze zijn aan de beurt, hij volgt ze dwars door de palmerie richting het dorp.

In de laatste drie dagen dat we in Tafraout zijn hebben Mariam en Mohamed nog een verrassing voor ons in petto. We gaan naar de Aït-Mansour-vallei die overgaat in een kloof. Met de auto is het een prachtige rit van een klein uurtje door de bergen. Met de camper is het geen route om te rijden – je zou halverwege blijven steken; keren is onmogelijk. Na de kloof is er zelfs met een auto geen doorkomen meer aan. Corrie heeft deze rit in 2017, zo lang geleden alweer, met Ben in de buggy gedaan. Mariam vertelt dat ze nooit eerder in Aït-Mansour is geweest. Zo dicht bij huis! Ze komt Tafraout niet uit als het niet nodig is.
Mariam heeft zich, zoals gewoonlijk, druk gemaakt in de keuken: een salade, een gigantisch grote kip in saus, patatjes, koffie, thee en zelfgebakken koekjes – van alles weer veel te veel: manger, manger. De tafel wordt gedekt op een heerlijk koele plek onder de palmen. Wat een gezellige dag in een mooie omgeving met lekker eten. Aan de spijsvertering wordt ook gewerkt: we lopen een eind de kloof in. Wat een geweldig leuke afsluiting van onze tijd in Tafraout.

Nog twee dagen te gaan avant de partir. Eerst wordt, na Ramadan, de klok de komende nacht weer een uur vooruit gezet. We blijven een uur in tijd verschillen met Europa nadat daar de zomertijd is ingegaan. We houden de Marokkaanse tijd nog even aan om binnenkort niet in de war te raken met de vertrektijd van de ferry.

Vanmorgen komt Mariam een paar potten zelfgemaakte jam en amlou brengen. Amlou bestaat uit geroosterde amandelen, arganolie en honing. Het is broodbeleg ter vervanging van pindakaas maar kan ook op pannenkoeken, met havermout of in de yoghurt.
Om te voorkomen dat Mariam nog meer gaat geven, zoals een tajine voor de eerste rijdag zoals ze elk jaar doet, bestellen we bij deze hitte een salade au jardin. Bestellen: zodat we kunnen betalen. Afwachten wat er gebeurt!

Vandaag: een intensieve dag maar niet de gezelligste. Het is een dag van afscheid nemen. Het begon gisteravond al toen de bewakers gedag kwamen zeggen. Vandaag begint het al om 9.00 uur in de morgen: “onze” herder komt langs met zijn kudde geiten.
In het dorp gaan we hier en daar afscheid nemen plus we doen de laatste boodschappen voor “en route”. Overal horen we hetzelfde: jullie kunnen net zo goed blijven en Marokkaan worden want jullie komen toch weer terug. Het laatste natuurlijk me de toevoeging “inshallah”.

Het boodschappen doen valt nog tegen: zoveel nog! We moeten twee keer op en neer van de camper naar het dorp lopen. Wat een onzin vindt Mariam – we hadden Mohamed kunnen vragen om te helpen. Nee Mariam, we vragen alleen hulp als we onszelf niet kunnen redden.

We gaan de boel opruimen en schoonmaken: de mat van 6 x 2 meter, de ruitenwisser beschermers en de wielhoezen. Helaas wonen de vogeltjes nog in het nest dat gebouwd is op de wielhoes van het achterste wiel links achter. Mohamed wil aan het begin van de avond komen helpen om het nest te verplaatsen. We krijgen echter een appje “sorry, ik kan niet komen, er is geen brandstof in het dorp want de pompen zijn te heet”. Oh, kan dat ook nog?! Dat hadden we nog niet eerder gehoord.

De volgende morgen zijn de pompen in de nacht afgekoeld: er kan weer getankt worden. Mariam en Mohamed staan al vroeg voor de deur. De mannen zorgen voor een mooi plekje voor het vogelnest in de amandelboom achter de camper. Er zitten drie vogeltjes in het nest. Ze zijn al best gegroeid. Misschien hadden we nog een paar dagen geduld moeten hebben?! Gelukkig hebben papa en mama vogel het nest na de verhuizing ontdekt: ze zitten boven het nest in de boom.
We drinken nog een keer koffie met z’n vieren en dan is het écht tijd om te vertrekken. Gelukkig een afscheid zonder tranen; wel het rekensommetje wanneer we “inshallah” terug zullen zijn.

Als we het dorp uitrijden mist Galid onze “uittocht” niet, vanuit zijn groentewinkel zwaait hij uitbundig.
Hoewel afscheid nemen niet altijd gemakkelijk is vinden we het toch fijn weer onderweg te zijn. Ons eerste doel is Taliouíne, een rit van slechts 200 km waar we evengoed 5½ uur over rijden. Van vier jaar geleden herinneren we ons dat er een moeilijk berijdbaar stuk is tussen Igherm en Taliouïne. Misschien is de weg opgelapt? Nou nee ….. het is nog erger geworden; op meerdere plaatsen is er geen asfalt meer te bekennen en sukkelen en stuiteren we voort over een gravelweg. Desondanks genieten we enorm van het indrukwekkende landschap.
Als we in Taliouïne aankomen hebben we een ster in de voorruit. Edgar vraagt of er een kameel met stenen heeft gegooid. Nee hoor, het was een opspattend steentje van een tegemoet komende auto die er behoorlijk overheen reed waar het wat rustiger had gekund. Omdat het overal zo smal is én het wegdek te wensen over laat staan we bijna stil bij tegemoet komende verkeer. Desondanks ……

De volgende rit gaat naar Skoura: weer 200 km. De wegen zijn vandaag een stuk beter – (al) na vier uur rijden zijn we op de plaats van bestemming. Tot twee keer toe wil “Miep” ons een geintje flikken en via een (kortere) bergweg sturen. We trappen er niet in, we blijven de goed berijdbare N10 volgen. Zo’n vijf kilometer voor de eindbestemming trappen we er wél in. Linksaf: het zal wel, we zijn er bijna. Voor we het weten rijden we ……. door een palmenbos. De camper past nauwelijks op de smalle paadjes, palmen en ander struikgewas krassen over de zijkanten. Het wordt spannend. In meerdere bijna haakse bochten is het centimeterwerk om er door te komen. Zoals gewoonlijk is keren onmogelijk. Theo blijft er kalm onder en stuurt onverstoorbaar verder. Toch slaken we een zucht van verlichting als we voor de poort van Camping Amridil staan. Het is weer gelukt en dat zonder schade op een paar krassen na.

Na een nachtje slapen gaan we verder. Het wordt een korte rit van maar 147 km. We zullen zien hoe lang we er in verband met de kwaliteit van de wegen over gaan doen.
We rijden de Route des Kasbahs tot aan El-Kelaâ-M’Gouna, het rozenstadje. Na de kasbahs is er weer een wijds uitzicht: een dal van minstens 70 km breed tussen de Hoge Atlas en de Anti Atlas. Kilometers ver kunnen we de route vooruit zien. Hoe vaak hebben we al kunnen genieten van alle mooie routes en verschillende landschappen in Marokko, het blijft indrukwekkend en adembenemend. We hebben uitgerekend dat we vanaf 2012 in acht winters in totaal 35 maanden in Marokko zijn geweest – bijna drie jaar.

We laten de Gorges du Dadès en Gorges du Todra links liggen. Tijdens een koffiestop treffen we een groep nomaden met schapen, geiten, ezels en dromedarissen. Rond het middaguur stoppen we bij Camping Tizmoutine, zo’n 25 km ten oosten van Tineghir. Het in 2019 verwaarloosde en ontzettend vieze sanitair is opgeknapt. Er komt zowaar water uit de douche maar voor warm water moet wel eerst de stekker in de boiler. Het is een prachtige plek voor meerdere dagen, de eigenaren zijn uiterst vriendelijk maar tja, we zijn op doorreis naar de ferry. Dus …… morgen weer verder.

Het is warm, héél warm. We weten niet hoe we de warmte uit de camper moeten krijgen. Tot we naar bed gaan staat alles tegen elkaar open. Toch is het nog 27° als het al ruim bedtijd is. Niet echt fijn maar dat is het in Nederland helemaal niet. Edgar vertelt dat het heeft gevroren, op enkele wegen ligt een dun laagje sneeuw!! Gelukkig duurt het nog even voor we terug zijn – kou vinden we erger dan deze warmte en …… tijdens het rijden kan de airco aan.

Vanmorgen voor het vertrek krijgen we een ontbijtverrassing. Het Marokkaans ontbijt bestaat uit een vierkante crêpe in vier flinterdunne laagjes gebakken.
Vandaag rijden we een korte route van slechts 2½uur. Op veel plaatsen onderweg zien we hoe de palmbomen te lijden hebben van de droogte. De rivier Ziz staat bijna droog, in het Barrage Hassan Addakhil lijkt het waterpeil alweer gezakt. Het land verdroogt terwijl het in Nederland al maandenlang regent.

We stoppen bij de ons welbekende en min of meer favoriete Kasbah Hotel Jurassique. Na vier dagen achtereen rijden houden we een dagje extra rust. We bestellen een tajine – bewust om deze te kunnen vergelijken met de overheerlijke tajine van Mariam.
Het is geen vergelijk. De tajineschotel van Mariam is uitgebreider met meer soorten groenten. Dit is een complete maaltijd: een salade vooraf met brood, olijven en olijfolie – een tajine met vijf soorten groenten plus een dessert van meerdere vruchten en yoghurt. Zeker voor herhaling vatbaar deze keer – we hebben het onderweg namelijk ook anders en stukken minder meegemaakt.

Geloof het of niet, het heeft vannacht behoorlijk geregend. We gaan verder. Als we vertrekken is het droog. Voor korte tijd komt er een waterig zonnetje tevoorschijn. Bij Nzala komen we op grote hoogte in laaghangende wolken terecht; 60 km lang is het zicht amper honderd meter. Gezellig – beesten op de weg, een dockertje dat bijna stilstaat, twee omleidingen op stukken erbarmelijk slecht asfalt. Vanaf Midelt gaat het beter en verloopt de route voorspoedig tot ….. 10 km voor Azrou, het eindpunt voor vandaag. Het begint te hózen. We weten dat we op de Euro Camping na de poort langs een steile helling omhoog moeten met meteen een scherpe bocht naar rechts. We hebben onze twijfels, het water stróómt van de helling af. Het wordt drie maal achteruit, “aanloop” nemen, doorslippen. Dat gaat het niet worden. We wachten de bui af en doen een nieuwe poging: bocht voorbij rijden, achterwaarts de modder in. Hè, hè, we staan!
Tot twee keer toe in drie uur tijd loopt Theo naar de receptie om de staanplaats te betalen. Er is niemand. Dan maar wachten tot er iemand bij de camper komt. Halverwege de avond een bescheiden klopje op de deur. We kunnen betalen. De volgende morgen staat meneer wéér voor de deur met vers gebakken brood voor het ontbijt. Wat een service!

De route van Azrou richting Ouezzane is goed geasfalteerd. Tot Meknès gaat het prima. We komen deze keer zelfs zonder capriolen Meknès voorbij, hetgeen een wonder mag heten. De route door de stad is voorzien van vlaggen en elke vijftig meter staan militairen en politie. Er rijden politieauto’s met knipper- en/of zwaailichten. Het blijkt dat van 22 – 28 april de 16e editie van de tentoonstelling van het Ministerie van Landbouw, Visserij en Plattelandsontwikkeling gehouden wordt met het thema Klimaat en Landbouw. Het geeft geen noemenswaardig oponthoud, het verkeer stroomt redelijk door.

Na Meknès blijft een goed geasfalteerde weg zónder gaten echter mét zoveel kuilen in de lengte en de breedte over de weg dat de camper op een waggelende eend lijkt. Het is ook de route met de vele politiecontroles waar we al twee keer een prent hebben gekregen; één keer onterecht voor te hard rijden (op dit slechte asfalt?) en één keer voor het niet stoppen voor een achtkantig stopbord (dom. dom, dom). Vandaag gedragen we ons.

We overnachten op Camping Eco, 20 km ten noorden van Ouezzane. Morgen verder naar Cabo Negro, de laatste stop voor de ferry.
Het is maar 121 km rijden, toch doen we er twee uur en 45 minuten over, Er gebeuren geen rare dingen onderweg. Rond het middaguur zijn we bij Camping La Ferma in Cabo Negro. In acht dagen hebben we 1300 km afgelegd. Morgen nog één dagje rust zodat we ons kunnen voorbereiden op de “feestdag” in de havens van TangerMed en Algeciras. Een rekensommetje: de ferry vertrekt 11.00 uur. Uit ervaring weten we dat we bijna 1½ uur rijden over de laatste 50 km naar de haven. Het in de haven regelen van alle papierwinkel, het door de scan moeten, snuffel-drugshonden en het boarden neemt 2½ uur in beslag. Dus: 6.00 uur opstaan en uiterlijk 7.00 uur rijden.

Het gaat goed. We rijden het havengebied in tot aan de check-in die vlot verloopt maar ….. Verrassing! De ferry gaat niet om 11.00 uur, men heeft ineens bedacht dat 10.00 uur leuker zal zijn. Gaan we dat redden? We kunnen ons er druk over maken, het helpt niet, we hebben het niet in eigen hand. Het begint al goed – of eigenlijk niet dus. We staan met de camper 1½ uur in de rij voor de paspoortcontrole en vorderen metertje voor metertje naar het “hok” van de douanebeambte. Het visum: voor het eerst een stempel in het paspoort in plaats van een vodje papier – dat zal lekker snel gaan. Vergeet het maar. Het duurt zo nodig nog langer dan voorgaande jaren. Voor het inbrengen van de gegevens in de computer zijn de pietepeuterige lettertjes van het stempel bijna niet te ontcijferen. Het uitvoeren van de camper gaat snel. Precies om 10.00 uur zijn we aan de beurt bij de scan. Boot gemist?! Na de scan: nog een paspoortcontrole, een drugshond steekt zijn kop naar binnen. Het is inmiddels 10.15 uur geweest. Hè, hè, we mogen doorrijden naar de kade en …… lol ….. de ferry van Trasmediterránea is nog niet uitgevaren. Na een laatste ticketcontrole mogen we aan boord. Het uiteindelijk vertrek naar Algeciras is 11.30 uur. Het blijft een kwestie van geduld maar toch ook wel lachen met zo’n overtocht.

Bij het verlaten van de ferry in Algeciras is er wéér een paspoortcontrole en alwéér lopen er drugshonden rond. We mogen doorrijden. Voor we na zo’n 4 km het havengebied definitief mogen uitrijden is er een laatste paspoortcontrole. We denken daarna, zoals gebruikelijk, in tien minuten naar Palmones te rijden voor een nachtje slapen en om bij de Lidl boodschappen te doen. Echter, Theo vindt het wel lollig om op de A7 afslag 115 in plaats van 113 te nemen. Waar we terecht komen? Geen idee! Het is een toeristische route met meerdere haarspeldbochten. Na ruim drie kwartier zijn we op de plaats van bestemming. We doen boodschappen, we lusten na al die warmte éindelijk wel eens een koud biertje en ….. oja, we moeten de klok nog een uur vooruit zetten.

We gaan naar Priego de Córdoba. Er is mogelijkheid voor het lozen van toiletcassette en vuil water en het innemen van schoon water. Het is een prima plek om de camper zowel van binnen als van buiten te ontdoen van al het saharazand én niet onbelangrijk: we kunnen er een paar dagen rust nemen na de heftige afgelopen 1½ week.

We hebben dagelijks contact met Mariam en met Mohamed. Op de twaalfde dag na het vertrek uit Tafraout vertelt Mariam dat de vogeltjes zijn uitgevlogen. We hadden er dus écht niet op kunnen wachten.

Gearchiveerd onder: Nieuws Laat een reactie achter
Reacties (0) Trackbacks (0)

Nog geen reacties


Leave a comment

*

Nog geen trackbacks.