Camperlife.eu Theo en Corrie Keek

28okt/180

Frankrijk

In Saint-Priest-Taurion weten we een stille camperplaats voor een paar dagen rust – even bijkomen van de afgelopen gezellige maar vaak drukke tijd en de laatste dagen alweer de nodige kilometers achter de kiezen. De eigenlijke camperplaats ligt, somber, achter een rij bomen met de hele dag schaduw. We gaan op een zonnige plek aan de rand van het voetbalveld staan en worden getrakteerd op twee voetbalwedstrijden: één op zaterdagavond en één op zondagmiddag. We zitten eerste rang. Zaterdagavond bekijken we de wedstrijd vanuit de camper; zondagmiddag zitten we lekker in het zonnetje.

Saint-Jean-de Côle is één van de vele dorpjes van Les Plus Beaux Villages de France. De gewelfde brug biedt een goed uitzicht op het mooie dorpje in de heuvels van de Dordogne. Stenen huizen en vakwerkhuizen met de kenmerkende roodbruine dakpannen staan opeengepakt in de straatjes rond het dorpsplein. Hier liggen een oude overdekte markt, een kasteel en een 12e eeuwse kerk die ooit deel uitmaakte van een priorij. Het koepelgewelf van de kerk was eens de grootste in de omgeving. Blijkbaar te groot want het kwam in de 18e en 19e eeuw twee keer omlaag. Na de tweede keer gaven de bouwers het op en sindsdien bestaat het plafond uit planken. Het 12e eeuwse Château de La Marthonie werd vergroot in de 17e eeuw. Het is in de maanden juli en augustus te bezichtigen op afspraak. Gesloten dus en ….. jammer dat de vele terrasjes in deze jaargetijde ook gesloten zijn – en dat terwijl de thermometer nog 25° aangeeft.

Brantôme is aan alle kanten omringd door de Dronne en wordt soms het Venetië van de Périgord Vert genoemd. De huizen liggen rond de enorme 9e eeuwse Benedictijnen abdij. De klokkentoren is één van de oudste van Frankrijk. Hier woonden rond het jaar 600 Benedictijnen in rotsholten, levend van gebed, visvangst en het houden van duiven. De typisch vierkante nestelgaten in de rotsen zijn er een bewijs van. De dichter Pierre de Bourdeille werd hier in de 16e eeuw tot abt benoemd. Naar verluidt had hij een verhouding met koningin Mary van Schotland. Na een val trok de kreupele Bourdeille zich terug in de abdij om zijn schunnige memoires te schrijven.
We slenteren door het stadje met de vele bruggetjes en terrasjes. De Jardin de l’abbaye valt erg tegen. De tuin ziet er dor, droog en niet onderhouden uit. Als we de uitgang passeren zien we dat we een ticket à € 5,- p.p. hadden moeten kopen. Maar goed dat we dat pas achteraf zien – het was het écht niet waard. Snel wegwezen.

Terug bij de camper zetten we het zoveelste, eind juli in Tsjechië opgedane, lieveheersbeestje buiten. Hoe blijven die lieverdjes in leven en hoeveel zullen we er nog tegenkomen? Het is wel zielig: nu we ze in Frankrijk loslaten vinden ze nooit hun mammie in Tsjechië terug.

We rijden door de vallei van de Vézère, werelderfgoed van Unesco vanwege de vele beschilderde prehistorische grotten en abri’s, ofwel rotsholen. Het dorpje Les Eyzies-de-Tayac, ook wel de hoofdstad van de prehistorie genoemd, ligt aan de voet van okerkleurige rotsen die sporen dragen van de vroegste menselijke beschavingen. Boven op de hoge kliffen staat het standbeeld van een oermens.

Ons volgende doel is Sarlat-la-Canéda, de onbetwiste parel van de Périgord en ook één van de Plus Beaux Villages de France. Salat bezit meer middeleeuwse renaissancistische en 17e eeuwse gevels dan enig andere Franse stad. De Place de la Liberté, het hart van de stad, wordt omringd door middeleeuwse huizen die in tal van films als decor hebben gediend. De toren “Lanterne des Morts – Dodenlantaarn” is gebouwd ter herinnering aan de preken van St. Bernardus in 1147. St. Bernardus was een abt en de belangrijkste promotor van de hervormende kloosterorde van de cisterciëners. Door zijn optreden kwam er een einde aan de zogenaamde adelskerk, dus aan de situatie dat vele kloosters en kerken bemand waren door personen met een adellijke titel waarmee de adel zijn kerkelijke bevoegdheden vergrootte.
We boffen: het is zaterdag en elke zaterdag is er een grote markt waar mensen uit de wijde omgeving op af komen. Lokale specialiteiten zijn de bekende foie gras, walnoten en zwarte truffels.

We gaan verder en wel naar de volgende van de Plus Beaux Villages de France: het spectaculair op een steile berghelling gelegen Beynac met op een top van 150 meter boven de rivier de Dordogne de wrede burcht Château de Beynac die in de 12e eeuw zelfs “satansark” werd genoemd. Dit omdat de oorspronkelijke heren, de baronnen van Beynac, bijzonder gevreesd waren. Wreed en machtig oefenden zij hun gezag uit. Het kasteel ligt als een zware steenhoop op de kalkrots en is één van de best bewaard gebleven en één van de meest beroemde kastelen van de Périgord. In 1999 diende het als locatie voor de film Messenger: the story of Jeanne d’Arc.
We lopen door het schilderachtige dorpje. Les Plus Beaux Villages de France zijn stuk voor stuk dorpen met een eeuwenoude geschiedenis. In ieder dorp is de typisch Franse cultuur terug te vinden en zijn de inwoners trots op hun erfgoed. Een Plus Beaux Village mag niet meer dan 2000 inwoners hebben en er moeten zich tenminste twee beschermde bezienswaardigheden of historische monumenten in het dorp bevinden.

We gaan op La Roque Gageac af; voor ons voorlopig de laatste van de 156 Plus Beaux Villages die Frankrijk rijk is. We kijken onze ogen uit naar de indrukwekkende bebouwing hoog in de steile rotsen. De okeren huizen van dit dorp dalen af tot aan de oever van de rivier. Niet ver van de kerk ligt een tuin met exotische planten. We klimmen tot hoog op de klif en worden beloond met het uitzicht op het dal 40 meter lager.
Een gabare vaart over de rivier langs hoge rotsen met abri’s en kastelen. We vinden € 20,- teveel: we kunnen dit moois ook vanaf de oever bewonderen.

We verlaten dit mooie gebied met de vele Plus Beaux Villages, kastelen en prehistorische grotten. We zijn zeker van plan hier nog eens terug te komen.
We staan twee dagen op de camperplaats in Grolejac om al het moois van de afgelopen tijd te laten bezinken als ….. wie komt daar aan? Ben! Vanaf dat we elkaar in juni hebben getroffen bij Slot Loevestein hebben we geen contact meer gehad. Hoe is dit mogelijk?! Wat is dit leuk zo’n totaal onverwachte ontmoeting. Natuurlijk is hond Lucky ook mee; we maken met z’n vieren een mooie wandeling in de omgeving. Na een gezellige avond is het voor ons tijd om verder te gaan. Nog steeds verbaasd over deze plotselinge ontmoeting nemen we afscheid van Ben en Lucky.

We hebben afgesproken met George en Bernadette die weer in het oppas kasteel in Mauran, ten zuiden van Toulouse, zitten waar we hen al eens eerder hebben bezocht.
Tijdens nog één tussenstop naast de rivier Garonne raakt het weer helemaal van slag. We krijgen een appje van Sigrid en Nick. Ze zaten in Portugal middenin storm Leslie. Met hen is alles goed maar de huurauto moest afgesleept worden en heeft voor € 700,- schade. Nog dezelfde nacht komt er bij ons een geweldige bak water naar beneden. Langs de waterval die gisteren nog droog lag, komt het water nu met donderend geraas naar beneden. Op het nieuws horen we dat er in Zuid-Frankrijk, amper 100 km ten oosten van waar wij zijn, twaalf doden zijn gevallen ten gevolge van overstromingen. Dorpen worden geëvacueerd. Het nieuws meldt dat door opwarming van de aarde stormen en overstromingen steeds vaker voor zullen komen.

We rijden de laatste kilometers naar George en Bernadette. De kasteelheer en –vrouwe heten ons welkom. Het weer is opgeklaard en we zitten lekker buiten in de zon. Onder het genot van koffie en een door Bernadette gebakken appeltaart en later een heerlijke maaltijd hebben we elkaar weer heel wat te vertellen. Hoewel we, waar dan ook, altijd in ons eigen (camper)-bed slapen, heeft het hier wel wat om in een echt kasteel te slapen. De volgende dag tijdens een wel heel uitgebreide lunch, schuiven Puck en Pieter aan. Ze hebben ook een camper en zijn benieuwd naar o.a. onze Marokko-verhalen. Wat een leuke ontmoeting. De tijd vliegt om – en niet alleen deze middag. De dagen die we met George en Bernadette doorbrengen zijn om voor we het weten. George en Bernadette: het was fijn om bij jullie te zijn – bedankt voor jullie gastvrijheid en alle gezelligheid.

Na een mooie plek in Sainte-Croix-Volvestre gaan we richting Pyreneeën. De laatste stop in Frankrijk is in Ax-les-Thermes, het stadje dat bekend is als finishplaats van de Tour de France. Zelfs eind oktober is het al druk in deze wintersportplaats met de vele hotels. Wellicht door Les Bains du Couloubret, een kuuroord gespecialiseerd in de behandeling van reuma en luchtwegaandoeningen. We rijden het stadje door naar het op 1380 meter hoogte gelegen Plateau de Bonascre. Jammer, het uitzicht is niet wat we er van verwachten. Begroeiing en ook hier hotels en vele chalets in de buurt van de skilift belemmeren het uitzicht. Het is een heel dorp. Het is zonnig waardoor de temperatuur overdag met 27° aangenaam is. We zitten buiten. ’s Nachts koelt het af tot 2°. Maar ….. op de weer-app zien we dat er over drie dagen sneeuw wordt verwacht. Er is geen twijfel mogelijk. Op de skipistes worden de sneeuwkanonnen getest. Over enkele dagen zal de dagtemperatuur naar minus 2° dalen en gaat het ’s nachts negen graden vriezen. Onvoorstelbaar dat de temperatuur over slechts een paar dagen niet meer boven het vriespunt zal komen. Ongetwijfeld zal er dan een best pak sneeuw vallen. Daar wachten we niet op. We hadden het graag willen zien maar ingesneeuwd raken en voorlopig de berg niet meer af kunnen lijkt ons geen lolletje.

Na een spannende rit, steil naar beneden met vele haarspeldbochten, vervolgen we onze route naar belastingparadijs Andorra, een gebied van 464 km² in de Pyreneeën tussen Frankrijk en Spanje.
De grens is bij El Pas de la Casa. Het douanehokje is bemand maar meneer zit te slapen. Iedereen kan doorrijden. We gaan niet door de Túnel d’Envalira maar rijden de prachtige route over de 2400 meter hoge bergpas Port d’Envalira die over drie dagen vanwege de verwachte sneeuwval afgesloten zal zijn. Winkels om belastingvrij inkopen te doen zijn in de hoofdstad Andorra de la Vella, El Pas de la Casa en in Saint Julià de Lòria. We kiezen voor het grote shoppingcentre in deze laatste plaats en slaan het nodige in. We tanken voor € 1,09/ltr.
Aan de grens Andorra/Spanje is het lachen. Alle personenauto’s mogen doorrijden; campers worden aan de kant gezet en binnenste buiten gekeerd. We herinneren ons dit van twee jaar geleden en hebben uit voorzorg de drank in het hefbed verstopt omdat we niet zeker weten hoeveel sterke drank ingevoerd mag worden. Om het aannemelijk te maken hebben we drie flessen à 0,7 liter zichtbaar laten staan. We krijgen er prompt de opmerking over: of we er een volgende keer aan willen denken dat meenemen van slechts 1½ liter is toegestaan. De koelkast moet zelfs open en er wordt in de douche gekeken. Oeps, daar staan nog twee aangebroken flessen maar ….. dat mag. Haha, een volgende keer uit alle flessen die we kopen eerst een flinke slok nemen voor we richting grens gaan. Op de vraag of we sigaretten bij ons hebben, kunnen we met een gerust hart antwoorden dat we niet roken. Na een uitgebreide controle, zowel binnen als alle luiken buiten, kunnen we zonder problemen doorrijden. We zijn in Spanje.

En….. we zijn niet voor niets uit de bergen gevlucht. Ook aan de andere kant van de Pyreneeën veranderd het weer. Ondanks dat we slechts op 200 meter hoogte zitten keldert de temperatuur naar slechts 10° en het begint te regenen. Een koufront lijkt over geheel West-Europa te trekken. We hopen snel weer in het zonnetje te zitten.

Gearchiveerd onder: Nieuws Laat een reactie achter
Reacties (0) Trackbacks (0)

Nog geen reacties


Leave a comment

*

Nog geen trackbacks.