Camperlife.eu Theo en Corrie Keek

28nov/230

Spanje

1 november: In Frankrijk viert men Toussaint oftewel Allerheiligen. Het is een vrije dag voor de meeste Fransen, de scholen zijn rond deze tijd twee weken gesloten. Op 2 november is het Jour des Morts, Allerzielen dus. Het is een dag om de doden te gedenken. Families eten en drinken samen, daarna gaat men naar het kerkhof om gestorven familieleden te gedenken. Men plaatst bloemen, gedenksteentjes en kaarsen op de graven. Op de graven worden meestal potten chrysanten gezet. Deze bloem staat in Frankrijk symbool voor de dood. Geen geschikt bloemetje dus om als kadootje mee te nemen als je bij Fransen op bezoek gaat. We merken weinig van deze “feestdagen”. Het valt wel op dat er meer Franse camperaars met kinderen onderweg zijn.

Wij staan ondertussen op de camperplaats in Fanjeaux. Het is een charmant klein middeleeuws dorpje van Romeinse oorsprong. Na een nachtje slapen willen we de Pyreneeën over maar ….. regen, regen, regen.
Na drie dagen regen beraden we ons. Wat is wijsheid?! Het is kiezen tussen twee kwaden. In één rit de Pyreneeën over is een tocht van zes uur rijden – best veel; bij het splitsen van de route in tweemaal drie uur zouden we een keer moeten overnachten op 1500 meter hoogte in de vrieskou. Oké, we hebben een kachel maar ligt er door de vele regen van de afgelopen dagen op deze hoogte sneeuw? We komen er niet achter en gokken er niet op. We kiezen een andere route met minder hoogte en gaan door de Vielha-tunnel. Wat genieten we van deze prachtige rit. Het valt mee: precies zes uur later, inclusief een koffiepauze en een lunchpauze, komen we in Tremp aan. We zijn de Pyreneeën over; we zijn in Spanje. We merken meteen dat we aan deze kant van de Pyreneeën uit het regengebied zijn en dat de temperaturen hoger liggen.

Ondertussen hebben we tijdelijk afscheid genomen van Christien en Theo. Zij kiezen voor een route naar het oosten richting Middellandse Zee, wij gaan liever door het binnenland. Waar zullen onze routes elkaar weer kruisen? We gaan het zien. We gaan sowieso “ergens” in december samen naar Marokko.

We gaan verhuizen. We rijden langs het Embalse (stuwmeer) de los Terradets en door de Congost (kloof) de Terradets. Het is een prachtige rit. Na het passeren van het Embalse de Camarasa parkeren we in Balaguer naast het barokke klooster Reial Santuari de Sant Crist dat wordt bewoond door de Clarissenzusters. Het is geen onbekende plaats voor ons met op loopafstand het Castillo Formós, de tot historisch monument uitgeroepen Iglesia Santa Maria, de van Arabische oorsprong Les Muralles de Balaguer en de archeologische vindplaats Parc arqueològic Pla d’Almatà. En ….. niet te vergeten de heerlijke wijn met tapas op het Plaça Mercadal.

Op de altijd zo stille camperplek is het vanmorgen vroeg, we liggen nog in bed, een heen en weer gerij van auto’s. Verrassing: we staan compleet ingebouwd. Wat zou er aan de hand zijn? Er komen meer en meer auto’s; er stappen kinderen uit in klederdracht en een bosje bloemen in de hand. Het is Fiesta del Sant Crist, een traditioneel jaarlijks feest en één van de populairste feesten in Balaguer ter ere van de plaatselijke patroonheilige. En ja, we staan naast het Santuari de Sant Crist en de kerk die in 2016 een basiliek werd. Beneden in het dorp zouden processies en vuurwerk zijn. Wat leuk om dit mee te maken, we gaan het zien.

Intussen krijgen we een vervelend bericht van Christien en Theo. Ze besluiten terug te gaan naar Nederland. Christien heeft al een poosje maag/darm klachten. Begrijpelijk, ze wil naar haar eigen huisarts in Nederland. Onze gezamenlijke Marokkoreis gaat niet door. We vinden het héél jammer maar vooral erg en heel sneu voor Christien en Theo.

Van Balaguer naar Albalate del Arzobispo is het maar 3,5 uur rijden. Onderweg: een toevalstreffer – diesel voor € 1,49/ltr. In Albalate vinden we een mooie camperplaats aan de voet van een van oorsprong Moors dorpje.
We slenteren door de smalle straatjes. Er is niets te doen. De Iglesia de la Asunción de Nuestra Señora is een katholieke kerk in mudejarstijl gebouwd en staat in het historisch centrum. Op het pleintje zijn twee barretjes en een groentewinkel; dat is het wel. Het 14e eeuws aartsbisschoppelijk Castillo-Palacio de Albalate del Arzobispo ligt op een klein plateau op de heuvel. Gezien de islamitische oorsprong en de strategische ligging is het niet verrassend dat er voor de christelijke verovering een Arabisch kasteel of citadel stond. Het kasteel is dan ook op een oud moslimfort gebouwd van natuursteen met een decoratie van mudejar-keramiek. De mudejarstijl komt uitsluitend voor in Spanje. Het is een kunststijl waarin moslim- en christelijke vormen zijn verweven. Voornaamste kenmerken zijn het gebruik van baksteen en de constructie van hoefijzervormige bogen, keramiek en houten plafonds met inlegwerk.

Als we thuiskomen wacht ons een verrassing. Er ligt water in de camper bij de deur. We hebben weer eens wat. Onderzoek wijst uit dat de drukknop voor het doorspoelen van het toilet is blijven hangen waardoor de waterpomp bleef lopen. De toiletpot staat vol water en is overgestroomd. De watertank is volledig leeg gepompt, het water heeft via de deur een weg naar buiten gevonden. Er is weinig te dweilen, al het water ligt al buiten. De mat van het trapje binnen is kletsnat maar droogt wel weer in de zon. De watertank is snel weer bijgevuld bij het servicepunt. “Probleem” opgelost.

We gaan wandelen. De Ruta de las Lastras loopt langs een heuvel van zandsteenplaten van waaruit we een prachtig uitzicht hebben op Albalate en de vallei van de Martin-rivier. Op een rotsachtig platform van gladde, platte stenen hebben vijftien eeuwen geleden Visigotische kolonisten hun necropolis gevestigd. Het Visigotische Rijk was een Europees Koninkrijk van 418 – 721 na Chr. en werd gesticht door het Germaanse volk der Visigoten. De route door het hele archeologische complex is voorzien van infopanelen en voert langs vele traditionele gebouwen, schuren en dorsvloeren. Er zijn een reeks middeleeuwse Visigotische graven die in de rots zijn opgegraven. De in steen verzonken graven (20 – 30 cm) hebben de vorm van een badkuip. Het lichaam was bedekt met aarde en stenen. De oudste begrafenissen dateren uit de periode 530 – 598 na Chr.

Ondertussen hebben we een vliegenkerkhof voor de deur. Tijd om te vertrekken.
We rijden door Het Parque Cultural del Maestrazgo richting Teruel. Het is een uitgestrekt gebied met spectaculaire rotspartijen. Over het eenzame hoogland gaan we tot ruim 1400 meter omhoog. Teruel ligt op 925 meter hoogte op een verhoging op de Spaanse Hoogvlakte. De camperplaats is niet één van onze favorieten maar we kunnen hier lpg tanken wat elders in het Spaanse binnenland vaak problemen geeft. De stad van de Spaanse Romeo en Julia (Isabel de Segura en Diego de Marcilla) bekijken? We hebben het historisch centrum vaker gezien en slaan dit keer de vele fraaie mudejar gebouwen over.

We rijden door de regio Castilla-La Mancha. We kennen dit gebied natuurlijk van de roman Don Quichot van La Mancha en zijn dienaar Sancho Panza geschreven door Miguel de Cervantes. We waren reeds in de plaatsen Consuegra, Puerto Lapice en Campo de Criptana – alle beroemd om de molens waartegen Don Quichot vocht omdat hij ze voor reuzen aanzag. Ook het Tablas de Damiel Nationaal Park, een beschermd natuurgebied voor vogels, laten we dit keer links liggen.

We stoppen in Torralba de Calatrava. Helaas is het een ongezellige camperplaats met bovendien veel verkeerslawaai van de A43. Wat een rotherrie! Na het eten besluiten we verder te rijden. Het schiet niet echt op en er is niet veel keus – we willen “ergens” staan voor het donker wordt.
In Fuencaliente is een camperplaats bij de voormalige camping San Isidro. We komen voor een afgesloten hek; we weten het hek open te krijgen. Naast een oude receptie is een poort met een betaalautomaat. We moeten ons registreren en € 6,05 afrekenen. We zijn een half uur aan het klooien, het lukt niet. Jammer dan, we blijven wel een nachtje voor de receptie bivakkeren. Er is hier toch niemand. Morgen maar weer verder dan.

Onbedoeld zijn we inmiddels een heel eind naar het zuiden afgezakt. Op zich niet heel erg – dan gaan we gewoon eerder de grote plas over naar Marokko.
Priego de Córdoba is min of meer een beetje onze uitvalsbasis richting de ferry naar Marokko. We kennen het stadje met enkele bezienswaardigheden inmiddels van haver tot gort. We doen wat boodschapjes bij de Chinese Toko, gaan naar de farmacie waar de door de huisarts in Nederland goedgekeurde oordruppels voor Theo een kwart van de prijs zijn; Theo gaat naar de kapper.

Eigenlijk willen we weer eens naar de gróte markt in Torrox en naar die twee kilometer lange oergezellige boulevard. Helaas geldt vanaf 2019 overal langs de stranden een parkeerverbod voor campers. Bij navraag bij de Toeristeninfo werd ons destijds verteld dat deze maatregel is genomen vanwege wangedrag van Franse camperaars. Tja, we willen toch écht weer eens naar Torrox. Geheel tegen ons principe in besluiten we naar een camping te gaan.

Camping El Pino ligt halverwege Torrox Costa en Torrox Pueblo. Voor ons is het geen enkele moeite om anderhalve kilometer beide kanten op te lopen.
We weten meteen weer waarom we alleen naar een camping gaan als er geen andere keus is. Op een camperplaats kom je aanrijden en is het binnen twee minuten staan. Camping El Pino: camper voor de poort, naar de receptie, plek zoeken, terug naar de receptie voor afhandelen papierwinkel inclusief invoer van gegevens in de computer, lastig parkeren op een vrij kleine plaats waarmee meteen iemand meent zich te moeten bemoeien, onder bomen dus geen zon – hè, hè, drie kwartier later staan we dan toch. En dan: links buren, rechts buren, voor en achter buren op korte afstand en veel omgevingsrumoer. Gezellig! Maar ….. niet klagen, het is vandaag 23 graden en dat wordt het morgen ook. Prima weer voor de marktdag.

Het is vier jaar geleden dat we op de markt en boulevard in Torrox waren. Verrassing! Waar is de markt? Verplaatst dus, naar een plek met meer ruimte. Zoals gebruikelijk is het veel van hetzelfde. Op de boulevard is niets veranderd. Het is veel Engels en vooral Duits wat we om ons heen horen. Alle horecagelegenheden en souvenirwinkeltjes zijn er nog. De parkieten zitten nog in de palmbomen. Bij het ons bekende adresje La Rustica drinken we sangría en eten we tapas. We doen het rustig aan. Liever hier zitten met uitzicht over zee dan terug naar de camping. Aan het eind van de middag lopen we terug; we hebben het voor de eerste paar jaar weer gezien hier.

Een drukke dag: het is drie uur rijden van Torrox naar Palmones. Onderweg tanken we eerste de 110 liter lpg-tank vol. In Palmones is het een hartelijk weerzien met Carlos bij wie we de tickets voor de overtocht naar Marokko nu voor de 8e keer kopen. Ook dit jaar maken we de overtocht met de Trasmediterranea. Tickets geregeld, dan nog naar Mercadona de boodschappen voor de eerste aanpak voor onderweg doen. Morgen varen we – voor de 8e keer naar Marokko!
Het wordt vroeg opstaan: de ferry vertrekt 08.00 uur, het is nog een half uur rijden naar de haven van Algeciras waar we een uur voor de afvaart moeten zijn. Zoals elke keer zal het ook nu weer goedkomen.

Gearchiveerd onder: Nieuws Laat een reactie achter
Reacties (0) Trackbacks (0)

Nog geen reacties


Leave a comment

*

Nog geen trackbacks.