Camperlife.eu Theo en Corrie Keek

30apr/230

Tafraout (4)

1 april: We moeten de staanplaats weer betalen. Elke dag komt Abdullah 15 Dirham halen; we hebben de afgelopen tijd steeds voor een maand vooruit betaald. Deze keer betalen we voor drie weken. Daarna ….. ? Al snel zijn de andere twee bewakers, Rachid en Abbela, op de hoogte. Ze zijn met z’n allen van mening dat we niet kunnen vertrekken, dit hier –in de palmerie– is onze plaats. Er staan nog 27 campers in de palmerie terwijl er in de drukste periode normaal gesproken een kleine 400 campers staan. Helaas voor de inwoners van Tafraout is dit aantal deze winter niet gehaald.

Na het overlijden van oma is de rouwperiode van 40 dagen ingegaan. Nog dagelijks komen er, voornamelijk vrouwen naar de tent die op straat voor het huis staat, om met de familie te bidden. Wij worden ook verwacht – een dag niet gaan is nog geen optie. Wat ook een must is: elke dag mee eten. We gaan ’s middags op tijd zodat we een klein uurtje voor het gezang van de muezzin, die etenstijd aankondigt, naar huis kunnen. Vergeet het maar: we móeten mee eten. Het helpt niet of we al zeggen dat dat elke dag teveel van het goede wordt. Nee hoor, niets teveel, we zijn familie. Zolang de families uit Tiznit en Ouarzazate er zijn wordt er in ieder geval op ons gerekend, daarna kunnen we hopelijk wat meer afstand nemen. We willen niemand voor het hoofd stoten. Zelfs twee zussen van oma vinden dat we moeten blijven eten. Voorlopig dus met 11 – 14 mensen aan twee tafels in de tent: de mannen gescheiden van de vrouwen.
Onder het eten worden we in de gaten gehouden door Mariam en haar zusters Moleïd en Fatima of we wel genoeg eten. Pffff – zo laat ‘s avonds nog zoveel eten, ’s morgens kan er geen ontbijt in.
Tijdens de maaltijd staat de één na de ander van tafel op om naast de tafel op de knieën te gaan bidden. En wat een slagveld die tafels ná het eten. De afwas is ook bijzonder: in een teiltje op de stoep buiten naast de voordeur.
Het wordt Mohamed blijkbaar af en toe teveel al die drukte in huis. Regelmatig komt hij even bij ons buurten. Hij weet dat hij altijd welkom is. Gewoon even zitten, niets zeggen. Als hij later op de avond komt mag hij in ieder geval een kopje koffie drinken.

We zijn nog niet klaar met het samen eten. De tent blijft nog tot het weekend op straat staan, zolang blijven Fatima, Hassan en Basma – daarna wordt het hopelijk wat rustiger.
Het blijft wonderbaarlijk tijdens de gezamenlijke maaltijden. Lang voordat er (vanwege ramadan) gegeten mag worden wordt de tafel gedekt, vlak voor de muezzin zijn deuntje begint wordt de soep opgeschept: iedereen zit in de starthouding en bij de eerste tonen van het gebed vanuit de minaret is het ….. aanvallen!! Behalve het tussendoor opstaan van tafel om te bidden, staat ieder die uit gegeten is van tafel op. Een zus van oma, blijkbaar met een slecht gebit waardoor het eten niet zo snel lukt zit op het laatst moederziel alleen aan tafel te eten. Fatima gaat de tafel afruimen, dus ze neemt haar brood in de hand en zoekt een ander plekje om verder te eten.
En….. wat grappigs: iedereen zit in de tent als de straatverlichting aan gaat en meteen ….. floep ….. daar gaat ook het licht in de tent aan. De elektriciteit is met allerlei draden afgetapt van een lantaarnpaal op straat. Thuis gekomen drinken we nog een glaasje wijn voor het slapen gaan. Het kan, het is donker dus Allah ziet het toch niet.

Ongelooflijk wat er nu gebeurt. Gisteren was het meer dan 30°, vandaag blijft de temperatuur steken bij 13°. Wat een verschil!! Het waait hard; af en toe druppelt het een beetje, echt regenen doet het niet. Deze gein duurt slechts één dag – het is alweer 25°. Raar hoor, één zo’n dag. Wel lekker om even bij te komen van de hitte.

Na een ruime week wordt de tent afgebroken, familieleden vertrekken naar huis. Wij kunnen ook weer thuis eten. Het was intensief, we zijn moe.
Op vrijdag is het in heel Marokko couscous dag. We vragen Mariam of ze wat meer, ook voor ons, wil klaarmaken en betalen haar meteen om aan te geven dat we toch écht thuis eten. Dat betalen lukt niet altijd. Mariam heeft midden in de week een bestelling voor couscous gekregen. En wat doet ze: ze belt op “niet koken, jullie krijgen couscous”. Hoezo? Nou, ze maakt gewoon extra klaar. Mariam toch!

En, wat ons nu overkomt! Een kwartier voor de muezzin zijn liedje zingt ten teken dat er gegeten mag worden komt Rachid, één van de bewakers, een pan soep en een schotel met pizza’s, crêpes en broodjes brengen. Pourquoi? Gewoon, vanwege ramadan. Er staan nog zo’n 10 – 12 campers in de palmerie. Is er bij alle campers uitgedeeld? Nee, alleen wij delen in de feestvreugde – we horen zo langzamerhand bij de inventaris. Shoekran, shoekran – wat een verrassing – wat geweldig leuk!

We zijn aan het aftellen hier in Tafraout en overigens ook wat onze tijd in Marokko betreft deze winter. Wat is de tijd snel voorbij gegaan; er is dan ook weer veel gebeurt. We hebben aangegeven dat we er voor ons vertrek voor willen zorgen dat er een steen op het graf van Mariam haar moeder komt. Mohamed gaat dat regelen maar we zullen het resultaat pas volgende winter zien – tijdens de rouwperiode van 40 dagen moet het graf namelijk onberoerd blijven.

We wandelen naar een “kasteelruïne” die op een heuvel net buiten Tafraout ligt. We hebben dat in eerdere jaren al willen doen, het is er nooit van gekomen. Aan drie kanten: alles vervallen en ingestort. We klimmen de heuvel op en lopen om het bouwval heen. Aan de achterkant: verrassing. Er is een nieuw stuk aangebouwd en daar woont ….. Rachid. Zou je hem een kasteelheer kunnen noemen?
Nog een wandeling: we gaan voor de laatste keer dit seizoen naar het mooie uitzichtpunt om afscheid te nemen van de leeuw die op de Jbel Lekst woont.

Het einde van de maand ramadan betekent het einde van het vasten en na 29 of 30 dagen het begin van Eid-al-Fitr. Dit is afhankelijk van de vereiste waarneming door gelovigen van de jonge maansikkel. Eid-al-Fitr begint op de eerste dag van de tiende maand (shawwal) van de islamitische jaartelling en duurt drie dagen. Er wordt flink uitgepakt: iedereen slaat een enorme hoeveelheid zoete hapjes in. Om die reden wordt dit feest in Nederland het Suikerfeest genoemd.

Theo gaat naar de kapper. De kapper is drie kwartier aan het knippen en vraagt daarvoor 20 dirham - € 1,90 dus. Theo betaalt 50 dirham - € 4,75 en dat is natuurlijk nog een lachertje. De kapper blij én Theo blij want hij mag volgend jaar terug komen. Inshallah.

Ineens gaan de laatste dagen in Tafraout snel voorbij. Zo links en rechts nemen we afscheid van mensen: van Moleïd, Nabil, Mustafa, Nezha, van de vriendelijke herder die elke dag langskomt met zijn kudde geiten en schapen en natuurlijk van de drie bewakers Rachid, Abbela en Abdullah die we vanzelfsprekend een aardigheidje geven voor het bijna vier maanden lang bewaken van ons huis.
Zo langzamerhand maken we ons reisklaar. De wandelschoenen worden ontdaan van het saharastof en in het vet gezet; Mohamed helpt Theo met het zandvrij maken van de camper – onvoorstelbaar wat er op het dak ligt. We eten nog één keer een heerlijke door Mariam klaargemaakte tajine en de laatste was wordt meegegeven.

Natuurlijk kan Mariam het niet laten en komt nog een keer met crêpes en een eigen gebakken taart om met z’n vieren van te smullen en ….. als antwoord op het kleinigheidje wat we geven voor “la vie cet été” omdat er na twee coronajaren zonder campers én er deze winter beduidend minder campers waren waardoor onvoldoende verdiensten, brengt ze een mooie gekleurde kandora voor Corrie mee. Mariam kondigt nu al aan: ik ga huilen als jullie weggaan. Mohamed is laconieker: als je niet weggaat kun je niet terugkomen.

Op de laatste dag nemen we ‘s morgens afscheid van de broers Chalid en Saïd. Bij Saïd kopen we ti-i-ni, bèd en zaitun (dadels, eieren en olijven); bij Chalid slaan we de nodige groenten en fruit in. Chalid geeft een extra meloen, ananas en mango mee.
’s Middags wacht ons nog een verrassing. Nabil komt nog eens langs en brengt een schilderijtje met precies dezelfde afbeelding die hij jaren geleden op de zijkant van onze vorige camper schilderde. Hoe mensen dingen onthouden is ons altijd een raadsel gebleven.
Wat lief: zoveel vriendelijke mensen.

Een dan moeten we er aan geloven: het vertrek uit Tafraout. Mariam en Mohamed komen koffie drinken en ons uitzwaaien. En oh, oh, oh – Mariam is vanmorgen in alle vroegte opgestaan en heeft een tajine gemaakt want op een eerste dag rijden na zoveel maanden “cuisiner n’est pas amusant”, plus voor de eerste paar dagen geeft ze brood mee. Het afscheid na vier maanden elkaar dagelijks zien en na weer het nodige samen meegemaakt te hebben is moeilijk. We houden het niet helemaal droog maar het wordt gelukkig geen drama.
Lieve familie, tot volgende winter! Natuurlijk zullen we de komende maanden regelmatig contact met elkaar hebben.

Hoe verdrietig een afscheid ook is, na al die maanden voelen we ons, éénmaal onderweg weer helemaal happy. Hoewel één keer per jaar een langere periode op dezelfde plek wonen voor ons een must is om geen opgejaagde te worden is dit natuurlijk waarom ons huis wielen heeft.

Vanaf Tafraout pakken we de kortste route naar de ferry en gaan dagelijks een stuk verder. Het gaat prima: tot Marrakech. We slapen op camping Ferdaous, een ondanks het drukke Marrakech, rustige plek.

Vanmorgen gaat het bij het vertrek meteen mis. Zoals meerdere keren verlaten we deze camping via de N9 die helemaal doorloopt tot aan ons volgende doel: Mohammedia. Er is iets geks aan de hand, na een paar kilometer komen we voor tolpoortjes en heet de N9 ineens A3. Omkeren is niet meer mogelijk, we rijden domweg een stuk tolweg heen en weer en komen via een omweg een stuk verder naar het noorden alsnog op de N9 terecht.
In Mohammedia aangekomen zijn we nieuwsgierig naar het veranderde wegennet en kijken op Google Maps. Wijzer worden we er niet van. De op onze “Miep” aangegeven A3 ligt verder naar het westen en heet op onze landkaart A7. Het stukje op en neer waarvoor we € 1,60 hebben betaald wordt zowel op onze landkaart als in Google Maps nog altijd aangeduid als N9. Dus géén tolweg – en toch ligt die weg er met tolpoortjes en al. Zoek het maar uit. We zijn in ieder geval op de plaats van bestemming aangekomen.

Vol goede moed vertrekken we richting Moulay Idriss. Het gaat goed: tot Rommani. Daar vindt “Miep” het tijd om een kortere route te rijden. Voor we het weten zitten we op een pisteweg en dat terwijl onverharde wegen staan uitgeschakeld. Gelukkig valt het mee, het is maar 850 meter.
Vlak voor Meknès begint de lol pas goed. Wéér een pisteweg – wat mankeert dat achterlijke navigatiesysteem! Nou ja, misschien weer een korte afsteker? Nee! Deze keer is het 7,5 km en het is een zandweg vol kuilen en gaten. We moeten verder, kunnen niet terug. Gestaag vorderen we. Leuk is anders maar het gaat. En eerlijk is eerlijk, het is een prachtige route dwars door de graanvelden. Aan het eind van dit moois: hè, hè, we did it.

“Miep” stuurt ons linksaf. Dan wordt het pas goed hel. We stuiteren met 10 km/uur alle kanten op, de onderweg van de camper raakt regelmatig het “wegdek”, in alle kastjes rammelt het. Na 4 km zegt “Miep” doodleuk: draai om. Het kan maar Theo wil dat “rotstuk” niet terug. We kruipen voorwaarts. Ha, daar loopt een meneer en ….. meneer zegt dat we (inmiddels 5 km) terug moeten. Theo spreekt geen Frans, wil niet terug maar verder rijden. Het heeft wat voeten in de aarde om hem te overtuigen. Impossible pour ce véhicule – FERMÉ. Hè, hè, dat laatste woord kent Theo. Dus ….. toch een rotstuk terug. Na het gestuiter staan we, na nog een kwartier rijden, op camping Belle Vue in Moulay Idriss. Wat een heftige rit. We houden best van avontuur maar een beetje minder mag wel. Dit is niet voor herhaling vatbaar.
Eerst eens even banden checken op beschadigingen en kijken of de onderkant van de camper nog heel is. Zo te zien is er geen schade maar ….. ojee, er druipt vloeistof onder de wagen. Is het koelvloeistof, olie? Gelukkig loos alarm: het is condenswater van de airco.

Camping Belle Vue: toen we hier in 2012 voor de eerste keer waren was het vue er nog, nu is allerlei struikgewas voor het mooie uitzicht gegroeid. Struiken uitdunnen of naam van de camping veranderen?

Een nieuwe dag. Het wordt de laatste “grote” etappe tot aan de ferry. We houden van grapjes dus….. we zijn nog geen uur onderweg of ….. bekeuring. Een stopbord: komt er verkeer aan? Nee! Doorrijden dus. Helaas staat er een eindje verder politiecontrole. Toeristen kunnen altijd doorrijden. Wij mogen deze keer stoppen en 400 dirham afrekenen. Er is nog 100 dirham in de portemonnee; de rest ligt apart voor de laatste boodschappen en nog een keer goedkoop tanken. Theo laat de bijna lege portemonnee zien: kijk meer heb ik niet, we zijn na vijf maanden Marokko onderweg naar de haven. Antwoord: ach, geef dan die 100 dirham maar. Lachen toch? Dit kan dus gewoon in Marokko.

In een opperbeste stemming komen we halverwege de middag op camping La Ferma in Cabo Negro aan – slechts 50 km verwijderd van de haven van TangerMed.
Morgen een dagje rust – overmorgen -1 mei- varen we terug naar Europa.

Gearchiveerd onder: Nieuws Laat een reactie achter
Reacties (0) Trackbacks (0)

Nog geen reacties


Leave a comment

*

Nog geen trackbacks.