Camperlife.eu Theo en Corrie Keek

30apr/190

Portugal

Vanaf Tafraout rijden we in enkele dagen bijna 1200 km naar het noorden tot Martil. De laatste Marokkaanse overnachting is, zoals elke keer, zowel op de heen reis als op de terugreis, op camping Al Boustane. En ….. zoals elke keer als we willen douchen is de gasfles aan de dames- en herenkant leeg en moeten we geduld hebben voordat deze zijn gewisseld. Maar dan hebben we ook wat: een warme douche!

Na ruim een uur rijden komen we in de haven van Tanger Med aan. De boot naar Algeciras vertrekt pas om 16.00 uur; dat wordt een lange wachtdag. En het wordt nog langer. De boot vertrekt uiteindelijk met ruim twee uur vertraging.
Voor de vijfde keer verlaten we Marokko en na anderhalf uur varen hebben we, na vier maanden, weer Europese grond onder de voeten/wielen. Het is inmiddels al na 20.00 uur als we in Spanje van de boot afrijden; plaatselijke tijd is dat 21.00 uur. Een half uur later staan we op de bekende plek in Palmones voor een overnachting. We moeten nog eten: dat wordt een Mac vandaag.
Wat was dit een lange, loze hangdag. Het heen en weer varen naar Marokko blijft vol verrassingen maar daar heb je dan ook maanden plezier van.

We vallen met de neus in de boter. ’s Nachts begint het te regenen en niet zo zachtjes ook. Op de onweersbui van anderhalve week geleden na hebben we vier maanden geen regen gezien. Verder is het ook al één treurzang. De prijzen op de soek die in Europa supermarkt heet, de brandstofprijzen, het aso verkeersgedrag van de Spanjaarden en het in de file staan op de snelweg – het is weer erg wennen allemaal. De file op de snelweg wordt niet eens veroorzaakt door op de weg lopende geiten, schapen, ezels, kippen en koeien. Maar ….. we klagen niet; we hebben weer een fantastische winter in Marokko gehad met zelfs een maand toegift.

We rijden richting Portugal waar we in Alcoutim terecht komen en “in de wacht” gaan staan om Els en Reyer over enkele dagen van het vliegveld in Faro te gaan halen.
Om de tijd te doden gaan we naar het kleine maar gezellige dorpje met restaurantjes, terrasjes en mooie plekjes met ruim uitzicht op de rivier Guadiana waar diverse zeilboten voor anker liggen. Aan de overkant van de rivier ligt het Spaanse San Lúcar. Het 13e eeuwse kasteel dat zijn middeleeuwse stad beschermde is geen kasteel meer maar een muur met een binnenplaats en heeft zelfs geen ruïne.

We rijden naar Faro om Els en Reyer van het vliegveld te halen en doen een wonderbaarlijke ontdekking: het navigatiesysteem werkt niet meer. We hadden al gehoord dat de software van navigatiesystemen op 7 april aangepast gaat worden waardoor navigatiesystemen van tien jaar en ouder niet meer zullen werken. Geen probleem: onze “Miep” is zes jaar oud. Helaas: foute voorlichting. Terwijl we op de luchthaven zitten te wachten passen we de software aan en hopen dat het “probleem” opgelost is.
Met z’n vieren eten we een hapje op de luchthaven en zoeken daarna een plekje om te overnachten om morgen Faro te kunnen bezoeken. Op 500 meter van de Cidade Velha (oude stad) is een parkeerplaats aan een piepklein haventje met zicht op het vliegveld waar campers gedoogd worden. De landende vliegtuigen scheren rakelings over de campers – het blijft bijzonder. ’s Nachts, tussen 23.00 – 8.00 uur, wordt er niet gevlogen dus we slapen rustig.

De Cidade Velha is omringd door middeleeuwse muren en is vrijwel onaangetast gebleven sinds de 16e eeuw. De monumentale kathedraal en het klooster liggen in een doolhof van nauwe straatjes. Een groot deel van de dag slenteren we rond, pakken een terrasje en eten een ijsje.

In de buurt van Alte willen we wandelen naar de Rocha dos Soidos. Volgens onze informatie belooft het een mooie rondwandeling met een klim naar de top te worden. Ha, ha, binnen een half uur staan we op de top. We proberen nog wat in de omgeving maar we lopen ons rondom vast. Achter een struik, uit de wind, openen we ons eigen terras en genieten we de rest van de middag in de zon.
Na een stille en donkere nacht gaan we op weg naar het dorp Penina voor een stevige wandeling door de heuvels van de Serra do Calderão in een beschermd natuurgebied. De wandeling met prachtige vergezichten en panoramapunten duurt vier uur en is een succes. Een klein stukje van de route gaat door schouderhoge struiken zodat we verstoppertje kunnen spelen. Reyer verdwijnt helemaal in de struiken om ….. jáá, om wat te doen eigenlijk? Pokemon’s zoeken? Néé, pieleke luchten!
Aan het eind van de middag hebben we wel een koel drankje verdiend.

Het volgende doel is Albufeira, de grootste en drukste badplaats van de Algarve. We lopen 2 km naar het oude centrum, slaan linksaf in plaats van rechts af maar vinden na enig zoeken de drukte met de vele bars, restaurantjes en leuke winkeltjes. Na een cappuccino met gebak gaan we op stap. Vooral Els en Corrie genieten; Reyer en Theo vinden het zichtbaar minder als de dames in alweer een winkeltje verdwijnen maar staan geduldig te wachten. Uiteindelijk komen we bij de brede stranden. We baggeren door het zand en zoeken een plekje met panorama uitzicht om sangría te drinken. Els vindt dat ze teveel ijsblokjes in haar glas heeft. Reyer weet raad: alvorens het drankje in te schenken kiept hij het teveel aan ijs over de rand. Gelukkig komt het niet op het onderliggende terras terecht. Het plekje bevalt prima zodat we besluiten er een hapje te eten.
We slenteren terug, kijken hier en daar nog wat rond. De laatste 2 km zijn snel afgelegd. Terug bij de camper verbazen we ons dat het al 19.30 uur is. Eten hoeven we niet meer. Wat hapjes met een glaasje van de gekochte Ginja later op de avond lijkt ons wel voldoende.

We zijn weer aan verandering van omgeving toe en verhuizen naar Silves. Silves ligt aan een vruchtbare vallei met veel citroen- en sinaasappelboomgaarden tussen de kurk- en amandelbomen. Onder de Moren was dit de hoofdstad van de Algarve. Op de plek waar we zes jaar geleden vrij hebben gestaan is nu een parkeerverbod voor campers – een eindje verder is een betaalde camperplaats. We drinken koffie, kopen lekkere broodjes bij de Lidl en na een middagdutje is het tijd voor een terrasje: de mannen 0,48 liter?! bier; de dames het Portugese likeurtje Beirão.
We lopen langs de Rio Arade. Aan het begin van de middag gingen er rondvaartboten door de rivier. Nu ….. staat de rivier zo goed als droog en lopen er ooievaars over de bodem. Waar is al dat water gebleven? Hebben ze de stop er uit getrokken? We kunnen wadlopen! Zelfs de volgende morgen is de situatie onveranderd. We lezen op internet dat het met de bouw van twee stuwdammen te maken heeft. Dus: toch de stop eruit.

Vandaag hebben we een feestje: het is de trouwdag van Els en Reyer. We hebben de van Marokkaanse tasjes gehaakte vlaggetjes opgehangen.
We maken er een mooie dag van. De voornaamste trekpleister van Silves is het uit de Moorse tijd daterende kasteel. We wandelen meer dan een uur over de zandstenen vestingmuren die met solide torens een groot binnenplein omsluiten. Buiten de kasteelmuren ligt de 13e eeuwse Sé (kathedraal) waarvan het interieur ons tegenvalt. Silves is een gezellig stadje, al druk bezocht door toeristen. De inwendige mens wordt niet vergeten. We blijven steken op een terrasje en ….. nóg een terrasje.
’s Avonds trakteren Els en Reyer ons op een heerlijk etentje. We ruimen de vlaggetjes weer op; we hebben ze niet veel gezien vandaag.

De laatste vakantiedag van Els en Reyer is het met het warme en zonnige weer gedaan. Het mooie weer is even op. De dag begint met regen, daarna een waterig zonnetje maar er komt meer regen. Omdat er morgen weer vanaf Faro gevlogen moet worden gaan we naar Forum Algarve in Faro, het grootste winkelcentrum in de regio met meer dan 200 winkels, boetiekjes, warenhuizen en een entertainmentcentrum.
Aan het eind van de middag zijn we terug bij af: op de parkeerplaats bij het kleine haventje met zicht op het vliegveld vanwaar Els en Reyer morgen hopen te vertrekken.
Hopen, ja ….. De vakantie met Els en Reyer samen is er één vol verrassingen en feestjes geweest. Behalve het échte feestje van de trouwdag is er van alles gebeurd. Wij krijgen bericht van Edgar. Hij is naar Canada gevlogen om Lore tijdens haar stageperiode te bezoeken. Zijn terugvlucht is gecancelled omdat Jet Airways failliet is gegaan. Dan krijgt Reyer bericht dat het bedrijf waar hij meer dan 40 jaar heeft gewerkt faillissement heeft aangevraagd; vervolgens horen Els en Reyer dat hun schoondochter in het ziekenhuis is opgenomen.
Als klap op de vuurpijl staken de Portugese tankwagen chauffeurs voor betere lonen en arbeidsvoorwaarden waardoor geen brandstof bevoorrading meer plaatsvindt. De Portugese regering spreekt van een brandstofcrisis. Er zijn al 200 tankstations gesloten. Gelukkig hebben we de camper net afgetankt; we komen wel in Spanje maar ….. vooral de luchthavens van Lissabon en Faro hebben last van de staking en moeten hun noodvoorraden aanspreken. Reizigers wordt aangeraden te checken of vluchten doorgaan. Kunnen Els en Reyer morgen vertrekken?

De laatste avond gaan we Faro in voor een afscheidsdrankje om de gezamenlijke portemonnee van de laatste inhoud te ontdoen. Reyer blijft de vluchtgegevens checken; we kunnen met een gerust hart gaan slapen.

We vertrekken naar de luchthaven. De terugvlucht blijkt geen problemen te geven. De vakantie zit er écht op! Wat hebben we het geweldig leuk gehad samen. Het was véél te snel voorbij en in ieder geval voor herhaling vatbaar. Els en Reyer bedankt dat jullie bij ons waren – het waren beregezellige dagen!
Aan het eind van de middag krijgen we bericht dat ze veilig thuis zijn aangekomen. Wij staan dan inmiddels op de camperplaats in Mina de São Domingos. Het is stil en best weer even wennen met z’n tweetjes. Op nu.nl lezen we dat de stakende tankwagen chauffeurs de acties na enkele dagen hebben beëindigd en partijen terugkeren naar de onderhandelingstafel.

We blijven een paar dagen in Mina om rustig te kijken wanneer we in Nederland willen zijn en welke route we willen rijden.
We hopen dat we,, zoals elk jaar in Mina de São Domingos, kunnen douchen in het sanitairgebouw tegenover de kerk. Aan zowel de dames- als de herenkant zijn drie doucheruimten. Vorig jaar waren er voor het eerst al enige problemen: stuk voor stuk werden de douchekoppen eraf gesloopt en hebben we onze eigen douchekop meegenomen. Voor de zekerheid checken we de situatie bij voorbaat. Dit jaar is het nog spannender: op één slang na zijn ze allemaal verdwenen.
De volgende dag vertrekken we, gewapend met douchekop, naar die éne douche met slang. Maar ach, wat een pech, ook de laatste slang is weg! Dat wordt gewoon in de camper douchen. We vragen ons af: wie spaart en douchekoppen en –slangen?

De omgeving van Mina is prachtig om te wandelen. Het meest hebben we gewandeld in de Monte Altos en de Monte dos Nascedios. Nu gaan we het mijnwerkersgebied verkennen. Mina de São Domingos is een voormalig mijnwerkersstadje. Natuurlijk hebben we de enorme krater van de sinds 1965 buiten bedrijf zijnde kopermijn met zijn wanden in vele kleuren die zijn ontstaan door verschillende ertsen meerdere malen gezien, evenals de ruïnes van de piepkleine mijnwerkers huisjes. Nu lopen we een 14 km lange route door het grote mijncomplex. Er staan borden over de geschiedenis van de mijn en borden die waarschuwen voor instortingsgevaar van de resten van de gebouwen. Jammer dat niets wordt ondernomen om deze overblijfselen te beschermen. De lagune met zwaar verontreinigd water is indrukwekkend.

Behalve het grofweg bekijken van de route richting Nederland en verschillende wandelingen zijn we druk geweest met het Saharazand uit de camper te scheppen. Het was weer een hele klus – het zand zat in alle gaten en hoeken.
Als alles op orde is verhuizen we naar Monsaraz, één van onze favoriete plekjes voor een paar dagen en route naar Nederland. Het middeleeuws ommuurde stadje ligt op een heuvel. Op de camperplaats hebben we van 350 meter hoogte een prachtig uitzicht over het grillig gevormde Barragem d’Alqueva, het grootste stuwmeer van Europa. In verband met Bevrijdingsdag (in Portugal is dat 25 april) en het daarop volgend lang weekend verwachten we grote drukte op deze bij camperaars populaire camperplaats. Dit maal blijkt het tegengestelde waar. Waar eerdere jaren de plaats behoorlijk bezet was, staan nu maar enkele campers. Inmiddels is de temperatuur opgelopen tot 30 graden en de voorspelling is dat het de komende dagen warm blijft.

We worden verrast door enkele zangkoren die de Cante Alentejano ten gehore brengen bij het in 2015 geplaatste Monumento de Homenagem ao Cante Alentejano. Het is een manier van zingen zonder muziekinstrumenten uit de regio Alentejo. De liefde, de eenzaamheid, de moeilijkheden van het leven, de nostalgie en het werk op het land worden bezongen. Typerend zijn de vele pauzes en de traagheid van het zingen. In 2014 besloot de Unesco de Cate Alentejano uit te roepen tot Werelderfgoed.

We maken een kleine wandeling. Klein, want het is véél te warm. Na ruim een uur zijn we al bij de camper terug. Het is beter op een terrasje met wijds uitzicht om nog één keer van het Portugese likeurtje Beirão te genieten.
Morgen vertrekken we naar Terrugem, de laatste plaats die we in Portugal aandoen voor we bij Badajoz de grens met Spanje over zullen gaan. De grote trek naar het noorden is begonnen.

Gearchiveerd onder: Nieuws Laat een reactie achter
Reacties (0) Trackbacks (0)

Nog geen reacties


Leave a comment

*

Nog geen trackbacks.